Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3
(1914)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 388]
| |
haalde er 17 Juli 1698 den meesterstitel, na verdediging van een diss. de Acquirenda vel amittenda possessione, en werd vroedschap te Haarlem 28 Aug. 1699; in 1701, 2, 6 en 7 was hij daar schepen; 11 April 1709 wegens Haarlem gecommitteerde in de Admiraliteit van Amsterdam en in 1712, 13 en 14 gedeputeerde ter Staten-Generaal. Hij huwde te Haarlem 21 Aug. 1712 Hester de Koker, geb. te H. in 1674, aldaar overl. en er 24 Mei 1730 begraven, na in 1724 te zijn hertrouwd met Pieter van Woensel. Zij was dochter van Gillis de Koker en van Hester Liemans. Behalve een dochter, Jacoba Fagel, de echtgenoote van den president van het Hof van Friesland, Mr. Johan de Kempenaer, sproot uit dit huwelijk een zoon: Mr. François Benjamin Fagel, geb. te Haarlem 26 Mei 1713, overl. ald. 27 Aug. 1784. Deze werd 14 Aug. 1731 te Leiden student in de rechten en promoveerde er 26 Mrt. 1736 op een diss. de Inofficioso testamento. Hij was kanunnik van St. Jan te Utrecht, resigneert 1748, en verkoopt deze praebende voor ƒ 7500 aan Jacob van Dam. Fagel werd 7 Oct. 1748 raad in de vroedschap te Haarlem, in 1749, 50 en 53 schepen, van 1756 tot 1761 burgemeester, en in 1761 door de Staten van Holland aangesteld tot baljuw en stadhouder van de leenen van Brederode en tot meesterknaap van het Jachtgericht. Hij huwde in 1737 Susanna Baart (1707-1780) uit welk huwelijk slechts een jonggestorven zoon, die de namen van zijn vader droeg. Met dezen stierf de stam van Benjamin in de mannel. lijn uit. Regt |
|