[Estré, Jean Gérard Fréderic]
ESTRÉ (Jean Gérard Fréderic), privaatdocent te Amsterdam, waar hij 2 Jan. 1812 geb. werd en 14 Oct. 1846 overl. In de jaren zijner jeugd en jongelingschap had hij met veel tegenspoed te kampen en werd hij gedrongen zich zelf een ‘pad door 't kreupelhout te banen.’ Na in 1837 als gouverneur bij een familie nabij den Haag den 2den onderwijzersrang behaald te hebben, gelukte het hem zich 't volgend jaar als student aan de leidsche hoogeschool te doen inschrijven. Reeds in Maart 1839 Iegde hij hier summa cum laude het candidaatsexamen in de letteren af, werd toen opnieuw huisonderwijzer, bij een familie in Amsterdam, en promoveerde 26 Mrt. 1844 tot Phil. theor. Mag. Lit. hum. Doctor op een Spec. lit., exhibens Horatianae prosopographiae capita duo. Gepromoveerd, vestigde Estré zich als privaatdocent te Amsterdam, waar hij weldra een groot aantal leerlingen ter opleiding voor de academische studiën kreeg. Doch reeds op 34-jarigen leeftijd werd hij door een zware ziekte uit het leven weggerukt.
Behalve zijn bovengenoemd proefschrift schreef E. nog: Over den geest en de strekking van het Besluit aangaande het Lager Onderwijs v. 2 Jan. 1842 (1842) en Historie van het Amsterdamsche Mirakel, voor hen die zelf willen onderzoeken en oordeelen (1845). Bovendien gaf hij in 1843 en 44 met een paar vrienden het tijdschrift De Referent uit. Een hs. Personae Horatianae is ter leidsche univ. bibl.
Zie: Alg. Konst- en Letterb. 1846, II, 402-408, en vooral S. Vissering, Herinneringen 1863, I, 1.
Zuidema