[Egmond van de Nijenburg, Albertus van]
EGMOND VAN DE NIJENBURG (Albertus van), zoon van Cornelis van Egmond v.d.N., raadsheer in het Hof van Holland, was magister en licentiaat in de beide rechten. In 1567, op 33 jarigen leeftijd te Rome gekomen, en door Pius V tot prothonotarius verheven, liet hij zich als lid der Anima-Stichting inschrijven. Als kanunnik van St. Salvator te Utrecht speelde hij in den aanvang van den tachtigjarigen oorlog een rol, en vervulde eenige zendingen namens de utrechtsche geestelijkheid naar Brussel en den Prins van Oranje. In Jan. 1579 werd hij door het kapittel naar den Prins afgevaardigd om op de vrijlating van den wegens verraad gevangengenomen scholaster Cuynretorff (zie II kol. 361) aan te dringen. Kort daarna werd hij zelf scholaster van het kapittel. In de bul van Gregorius XIII van 1 Jan. 1584, waarbij deze den utrechtschen officiaal gelast hem de opengevallen scholastrie te verleenen, wordt hij Albertus Niemburgh, pauselijk notaris, genoemd. In 1586 behoorde hij tot de door de Leicestersche partij uit Utrecht gebannenen. In 1592 komt hij nog als scholaster voor in hoedanigheid van executeur van het testament van zijn medekanunnik Peter van Aelst.
Van hem bestaan aanteekeningen over kerkelijke plechtigheden in de St.Salvatorskerk. Op het rijksarchief te Utrecht is een van hem afkomstig hs. van Hugo Wstinc's Rechtsboek van den Dom.
Zie: Archief Aartsb. Utrecht I, 362; III, 109 v.v.; Kroniek Hist. Gen. XXI (1865) 561; Bijdr. en Med. Hist. Gen. IX (1886) 446 v.v.; Dodt, Archief II, 69 v.; G. Brom, Archivalia in Italië, no. 2004; S. Muller Fz., Rb. van den Dom (Oude Vad. Rbr. I: 18) xlviii; G.J. Hoogewerff, Bescheiden in Italië (R.G. Publ. kleine serie 12) 556.
van Kuyk