gevaardigde van zijn kapittel op in 1481, toen de burggraaf van Montfoort, het hoofd der Hoeksche partij in het Sticht, aan bisschop David van Bourgondië het gezag betwistte; met de overige afgevaardigden der kapittels koos Jacob de zijde van den bisschop. Den 8. Mrt. 1506 verrichtte hij de wijding van de nieuwe
klokken der St. Janskerk. 31 October van hetzelfde jaar werd hij met algemeene stemmen tot deken van zijn kapittel gekozen als opvolger van Johan Martijn. Gebruik makend van den tijd van beraad, welke hem toekwam, bedankte hij 5 Dec. 1505 voor deze waardigheid, o.a. wegens zijn hoogen leeftijd. Hij bleef echter aan het hoofd van het kapittel, want eerst na zijn dood zien wij een nieuwen deken optreden in den persoon van Willem Heda. Hij was nog tegenwoordig bij de steenlegging van het nieuwe koor der St. Janskerk 2 Juni 1508, voor welks bouw hij een deel van het overschot zijner nalatenschap bestemde. Hij overleed 20 Mrt. 1509 en werd begraven voor de deur van de librije der St. Janskerk. In de voormalige kapittelkamer bevindt zich zijn portret. Zijn belangrijke boekerij, welke meerendeels uit incunabelen bestond en getuigde van zijn wetenschappelijken zin, vermaakte hij bij testament aan het kapittel. Ook zijn familieleden, waaronder zijn natuurlijke dochter Tymanna, en meerdere vrouwenstichtingen werden bedacht. Zijn executeurs waren Joannes van Amerongen, zoon zijner zuster Johanna, Theodoricus en Tymanna Lievendael, dochter van zijn broeder Anthonis, heer van Lievendael.
Vgl. Oud- Holland XXI, waar ook een stamtafel van het geslacht van Driebergen voorkomt; verder: Arch. Gesch. Aartsb. Utrecht XXIX en XXXI.
Huurdeman