[Cruyt, Marcus]
CRUYT (Marcus), overl. 12 Febr. 1536 in de abdij St. Bernard, O. Cist. De plaats of het jaar zijner geboorte zijn niet bekend. Waarschijnlijk was hij afkomstig uit het land van Breda of Bergen op Zoom. Hij begaf zich in de abdij Sint Bernard aan de Schelde en werd eenige jaren na zijne professie gezonden naar het college der cistercienserorde te Parijs. Ontboden op het generaal kapittel te Citeaux om openlijk eenige theses voor te dragen, wist hij tevens bij de verzamelde abten op schitterende wijze de belangen zijner abdij te verdedigen tegen het eigenmachtig en willekeurig optreden van den onwaardigen vaderabt van Villers, Joh. Regnault.
Door eene bul van 6 Id. Jul. 1517 beval Paus Leo X hem als toekomstig abt aan, waarna hij aangesteld werd als coadjutor van den abt Petrus Cops. 13 Jul. 1518 behaalde Cruyt den graad van licentiaat in de godgeleerdheid te Leuven. Na den dood van abt P. Cops, 11 Sept. 1518, kreeg hij zijne brieven van benoeming door den keizer. Hij was de eerste abt der S. Bernardsabdij, die alzoo aan het bestuur kwam. Bovendien werd hij 1519 aangesteld als vicaris-generaal der cistercienserkloosters in de Nederlanden. Met toestemming van den generaal-abt van Citeaux wendde hij alle pogingen aan om de cistercienserkloosters Gallilea te Monnikendam en Hemelspoort te Heemstede te vereenigen. Zij konden wegens de kleine inkomsten niet met een voldoend aantal kloosterlingen tot eer der orde zelfstandig bestaan. De prior van Warmond, O. Cist., bewerkte echter, dat zijne volmachten werden herroepen. Abt Cruyt wierp vertoornd de brieven van volmacht in bijzijn van den generaal-abt van Citeaux in het vuur. Beter slaagde hij in de abdij Loosduinen, waar een langdurig geschil bestond tusschen de kloosterlingen en den biechtvader. Hij deed den biechtvader vertrekken, herstelde den vrede, bracht orde in het klooster en benoemde een monnik zijner abdij tot biechtvader. Loosduinen bleef tot zijn ondergang onder het toezicht van den abt van Sint Bernard. Abt Marcus Cruyt, bekend om zijne welsprekendheid, werd door keizer Karel V 1521 belast met eene zending naar het deensche hof. Hij volbracht zijne opdracht tot groote voldoening van den keizer. Hetzelfde jaar erkende het generaal kapittel der orde de nieuwe vrouwenabdij Vinea te Leuven, voornamelijk door hem gesticht en begiftigd door den burgemeester der stad, Walter van den Tympel, Mei 1519. Het generaal kapittel bevestigde hem en zijne opvolgers
als bestuurders dezer nieuwe stichting 1521. 17 Nov. 1531 stond de keizer hem toe vier coadjuteurs te benoemen, opdat uit deze vier zijn opvolger zou gekozen worden.
Het prachtige portret van Marcus Cruyt geschilderd door Quinten Metsys verdween tijdens de fransche revolutie. In de abdij S. Bernard bewaart men een groep der abten, geschilderd omstreeks 1670 naar de reeks der geschilderde portretten, waarop ook Cruyt voorkomt.
Zie: Jongelinus, Notitia Abbatiarum O. Cist. (Col. Agr. 1640) IX, 69-70; E. van Even, Louvain dans le passé et dans le présent (Louv. 1895) 521; H. de Jonghe, L'ancienne faculté de théologie de Louvain (Louv. 1911) 43; Gallia Christ. V, 86, 145; A. Sanderus, Chorograph. sacr. Brabantiae (ed. 1726) I, 468, 495; Bijdragen gesch. hertogd. Brabant V, (1906) 80; Archief abdij St. Bernard.
Fruytier