[Constant Rebecque De Villars, Thierry Juste baron de]
CONSTANT REBECQUE DE VILLARS (Thierry Juste baron de), geb. 3 Mrt. 1786 te 's Gravenhage, overl. 9 Oct. 1867 te Lausanne. Opgevoed aan de Militaire Academie te Berlijn werd hij in 1803 tot luitenant bevorderd. In den slag bij Auerstadt (14 Oct. 1806), waar hij gewond werd, wist hij zich bijzonder te onderscheiden. Na den vrede van Tilsit ging hij van den pruisischen in den oostenrijkschen dienst over. Te Weenen aan het ministerie van buitenlandsche zaken geplaatst werden hem verschillende gewichtige zendingen opgedragen, doch na het opnieuw uitbreken van den oorlog trad hij in 1809 weder in militairen dienst en woonde de veldslagen bij Regensburg, Aspern, Wagram en Znaym bij. In 1812 werd hij benoemd tot kamerheer van den keizer van Oostenrijk en nam vervolgens deel aan de italiaansche veldtochten van 1813 en 1814. Onder het opperbevel van graaf Neipperg bezette hij Urbino, Fosombrano en Tilotrano en werd tot bevelhebber over de kust van Calabrië aangesteld. Na den vrede van Parijs keerde hij naar het vaderland terug en trad met den rang van majoor in dienst bij het nederlandsche leger, in garnizoen te Mechelen, Bergen en Nieuwpoort. In 1816 werd hij bij den generalen kwartiermeestersstaf geplaatst, in 1821 tot adjudant van den prins van Oranje benoemd en in 1822 tot gouverneur van diens zonen, welke betrekking hij tot 1834 vervulde. In 1849 werd hij bevorderd tot generaal. In 1825 was hij gehuwd met Margaretha Johanna Wilhelmina barones van Lynden van Hemmen.
Eysten