[Coclers, Jan Baptist]
COCLERS (Jan Baptist), 24 Oct. 1696 te Maastricht geb. en overl. te Marseille. Hij was de zoon van Philippus (geb. te Maastricht) en legde zich te Italië op het historieschilderen toe; te Maastricht teruggekeerd schilderde hij o.a. de zolderstukken van de tegenw. raadzaal op het stadhuis aldaar, den Olympus voorstellende, met vogels in de vier hoeken en aan de zijde der ramen zijn eigen portret ‘en buste’. Hij had eene romeinsche vrouw gehuwd en toen zij te Marseille gestorven was, waar hij op de beurs een grooten muur in fresco beschilderde, hertrouwde hij en werd door den Prins-Bisschop van Luik, George Louis van Elderen, tot hofschilder aangesteld. Hij schilderde portretten van drie achtereenvolgende Prins-Bisschoppen, ook eenige kerk- en andere stukken. Hij stierf in den ouderdom van 76 jaren en liet verscheidene kinderen na.
Zijn oudste zoon Coclers van Wijk, was bestuurder der Konl. Academie van schoone kunsten te Marseille en overl. aldaar na eenige goede schilders te hebben gevormd.
Zijn in 1737 geschilderd zelfortret op het plafond in de raadzaal te Maastricht.
Zie: Literatuur bij M.L. Coclers.
Flament