[Calkoen, Jan]
CALKOEN (Jan), geboren te Amsterdam 1 Sept. 1694, ongehuwd overleden 9 Jan. 1768. Hij was de oudste zoon van Nicolaas (1), die volgt, en Agatha van Loon. Hij werd, na verschillende lagere regeeringsambten bekleed te hebben, in 1748, bij de verandering der Regeering, door prins Willem IV in de vroedschap gebracht; doch in 1752 trad ook hij toe tot het toen opgerichte contract van correspondentie, waarbij de Oranjegezinden uit den magistraat werden geweerd. Daaraan had hij het te danken dat hij in 1754, en vervolgens nog zes malen, tot burgemeester werd gekozen. Hij was evenals zijn vader lakenhandelaar en -verver, en liet een groot vermogen na, waartoe o.a. de hofstede Haegenvelt onder Velsen behoorde. In de Gedenkschriften van Bicker Raye wordt hij geprezen als een algemeen bemind ‘vriendelijk en goetaardig heer’.
Zijn door T. Regters in 1759 geschilderd portret bij baron Calkoen te Zutphen; een gravure hiernaar door Jac. Houbraken.
Zie: Elias, De Vroedschap van Amsterdam.
Breen