uitgebreide gemeenten te zamen kwamen, van welke drie (Utrecht, Potchefstroom en Lydenburg) een eigen predikant hadden en er gegronde hoop bestond, dat de overige die spoedig zouden bezitten.
Lion Cachet achtte toen zijn taak afgeloopen en vertrok, nadat hij zijne eigene gemeente aan de zorgen van zijn vriend ds. J.H. Neethling van Stellenbosch toevertrouwd had, naar Nederland, waar hij 6 Juli 1866 na een zeer onvoorspoedige reis aankwam (te Rotterdam), en zich voorloopig in Utrecht vestigde. Bemerkend, dat hij zonder geregelden arbeid niet leven kon. en dat aan de verwezenlijking van zijn plan om voortaan als zendeling-doctor in het Heilige land te arbeiden te groote zwarigheden in den weg stonden, werd hij reizend predikant der Confessioneele Vereeniging die, 12 October 1864 opgericht, hulp en leiding bedoelde te geven aan gemeenten en personen in de Nederl. Hervormde Kerk, die, om des geloofs wille, in nood verkeerden; maar in dien werkkring niet op zijn plaats, werd hij, na in 1874 door het Provinciaal Kerkbestuur van Utrecht tot de Evangeliebediening in de Nederl. Herv. Kerk te zijn toegelaten, 17 Sept. van dat jaar predikant te Loosdrecht. Het volgend jaar keerde hij echter naar Zuid-Afrika terug, waar hij weinige maanden na zijne aankomst te Villiersdorp in de Kaapkolonie beroepen werd en vijf jaren bleef, toen hij andermaal naar Europa terugkeerde. Hij werd toen predikant te Valkenburg bij Leiden (19 Dec. 1880) en vervolgens te Rotterdam (22 Apr. 1883), eerst in de Nederlandsch Hervormde en nadat hij in 1887, toen de kerkeraad met de synodale organisatie gebroken had, in de Gereformeerde kerk. In 1890 ging hij in opdracht der voorloopige Synode dier kerken, die te Leeuwarden was gehouden, naar midden Java, om aldaar de Gereformeerde zending te inspecteeren, van welke reis hij in zijn werkje: Een jaar in dienst der zending verslag deed en bezocht op zijne terugreis Egypte en Palestina, van welke landen hij bezig was zijne indrukken op
schrift te stellen, toen de dood hem overviel.
Lion Cachet schreef bovendien: Welke plaats behoort de Christelijke zending onder de Heidenen te beslaan in de innige liefde en practische werkzaamheid der koloniale kerk. (Bijblad van Elpis V bevattende handelingen van en voordrachten gehouden op de Christelijke Conferentie te Kaapstad 16 en 17 Januari 1861); Verslagvan het zendingswerkte Ladysmith van December 1861 tot April 1863; Afrikaansche preken (1874); Aan de leden der Nederduitsch Gereformeerde kerk in de gemeente Ladismidt (1864); Vijftien Jaren in Zuid Afrika. Brieven aan een vriend (1875), Twee Jaren in Holland (1877); Worstelstrijd der Transvalers aan het volk van Nederland verhaald (1882 en 1883 herdrukt); Zuid Afrikaansche stem over Israel en voor Israel (1877-1885); Tyo Soga De eerste kafferzendeling (1888) een omwerking en vertaling van Chalmer's Tyo Soga A page of South African Mission Work.
Lion Cachet was 28 September 1858 te Wijnberg in de Kaapkolonie gehuwd met mejuffrouw Yda Johanna Jacoba van Reenen uit Claremont, die 23 Mei 1890 overleed; zij schonk hem twee kinderen, van welke het oudste weinige weken na de geboorte overleed en het tweede hem overleefde.
Men zie over hem: Kuyper, Geschiedenis van het godsdienstig en kerkelijk leven in Nederland 499, 601; J.W.G. van Oordt, Transvaalsche gebeurtenissen etc. 39; Mansveld, De Betrekking tusschen Nederland en Zuid Afrika etc. 109.
de Savornin Lohman