[Bylandt, Willem Frederik graaf van]
BYLANDT (Willem Frederik graaf van), geb. 5 Juni 1771 te 's Gravenhage, overl. 25 Oct. 1855 op de huize Mastland bij Breda, zoon van Alexander en Anna barones van der Duyn. Hij was in 1790 2e luitenant met rang van kapitein in het regiment Hollandsche Garde te voet, maakte de veldtochten van 1792, '93 en '94 mede en nam deel aan de veldslagen van Werwick, Meenen en Fleurus. Na de omwenteling van 1795 voegde hij zich bij het Rassemblement te Bremen; vervolgens nam hij dienst als escadrons-commandant bij de engelsche jagers te paard van Hompesch. Met die jagers naar West-Indië gezonden hielp hij mede aan de verovering van Trinidad op de Spanjaarden, waarbij hij zich zeer onderscheidde en werd vervolgens belast met het bevel over het eiland Antigua. In 1800, tijdens den opstand in Ierland, werd hij tot luitenant-kolonel-commandant benoemd van zijn vroegere regiment en onderscheidde zich o.m. bij het gevecht van Balten-Mock. Bij den vrede van Amiens verliet hij den dienst, maar in 1813 werd hij weer in het nederlandsche leger opgenomen, werd spoedig kolonel, 13 Mei 1815 generaal-majoor en nam in dien rang deel aan den slag bij Waterloo; hij commandeerde toen de 1e Brigade van de divisie-de Perponcher. In dien slag werd hij gewond, doch v.B. keerde in Juli d.a.v. weer bij zijn regiment terug en ontving, na het vertrek van de Perponcher, het bevel over de divisie. Op 9 Oct 1816 werd hij in den gravenstand verheven. In het vaderland teruggekeerd werd hij benoemd tot provinciaal commandant van Zuid-Brabant, in welke functie hij nog werkzaam was, toen het oproer te Brussel uitbrak. Door de overmacht overstelpt, achtte zich v.B. verplicht terug te trekken. 24 Nov. 1830 op non-activiteit gesteld werd v.B. in 1840 gepensionneerd.
In 1843 ontving hij den rang van luitenant-generaal. Hij was eerst gehuwd, 20 Juni 1802, op het eiland Wight, met Mary Hughes (geb. 1782, overl. 1818), dochter van den engelschen admiraal Sir Christian, daarna 22 Dec. 1825 te St. Josse ten Noode met Virginia Frédérique Wilhelmine Aspasia Craan. Uit het eerste huwelijk waren vijf zoons en een dochter, uit het tweede twee zoons en twee dochters. Van B. was ridder der Mil. Willemsorde 3e klasse.
Hij schreef: Verhaal van het oproer te Brussel enz. ('s Grav. 1800) en Antwoord op de artikels