[Bremer, Gustav Jacob Wilhelm]
BREMER (Gustav Jacob Wilhelm), geb. 6 Maart 1847 te Assen, overl. 1 Dec. 1909 te Rotterdam. Na het gymnasium in zijn geboorteplaats te hebben bezocht, werd hij in 1865 student te Utrecht, waar hij wel hoofdzakelijk de chemie beoefende, maar ook vooral de wiskunde (en de biologische wetenschappen) hem aantrokken. Na eenigen tijd leeraar te zijn geweest aan de Twentsche Handels- en Industrieschool te Enschedé, werkte hij thuis voor zijn doctoraal-examen (1874) en verrichtte ook daar de proeven voor zijn dissertatie over ‘een rechtsdraaiend appelzuur’ waarop hij 15 Oct. 1875 promoveerde tot doctor in de wis- en natuurkunde. Hij werd daarna assistent van Prof. E. Mulder te Utrecht, waar hij in den herfst van 1877 J.H. van 't Hoff als leeraar aan de Veeartsenijschool opvolgde. Op 1 Maart 1878 reeds werd hij benoemd tot leeraar aan de hoogere burgerschool met 5-jarigen cursus en aan het Erasmiaansch Gymnasium te Rotterdam. Deze betrekkingen vervulde hij tot zijn overlijden. De andere door hem vervulde functies zijn vermeld in de door S. Birnie geschreven levensschets (Chem. Weekbl. 1910, 28), waarin men ook een lijst van Bremer's publicaties aantreft, zoowel die over zijn wetenschappelijke onderzoekingen als andere.
Zie ook Weekbl. v. gymn. en middelb. onderw. VI (1909) 451. Zijn portret is opgenomen in Chem. Jaarboekje 1910-11.
Jorissen