[Breberinus, Johannes]
BREBERINUS (Johannes), zoon van den voorg., ook Johannes Breberinus van den Dijck geheeten, (onder degenen, die 1572/73 burger van Frankenthal zijn geworden, behoort een Pauwels van den Dijcke, geb van Breberen) en geb. omstr. 1577. 30 Mei 1596 werd deze te Heidelberg ingeschreven. Van 1599 - Mrt. 1604 woonachtig te Aken, werd hij daar Jan. 1600 bevestigd als predikant. Vandaar ging hij naar Frankenthal, waar de paltzische Kirchenrath hem 21 Aug. 1604 aanstelde tot voorganger van de hoogduitsche gemeente, niettegenstaande deze zich daartegen sterk verzette; naar ze voorgaf omdat hij teveel Nederlander was, maar eigenlijk omdat ze vreesde, dat hij zou pogen kerkelijke tucht ingevoerd te krijgen. 5 Sept. 1608 ging hij naar de hollandsche vluchtelingenkerk over, als opvolger van Gaspar van der Heiden Jr. En daar heeft hij toen den dienst waargenomen tot zijn dood, die gevallen moet zijn vóór 12 Mei 1635. Zoodat hij dus niet mag verward met dien Johannes Breberinus, die Apr. 1633 predikant werd te Wijchen, van 1648 tot 1663 te 's Hertogenrade en van 1663 tot zijn dood (1674) te Gulpen stond, en Febr. 1640 in 't huwelijk trad met Sibylla Bouwens, bij welke gelegenheid Johannes Smetius een epithalamium dichtte. Verwant zullen ze echter wel zijn geweest, want de predikant van Frankenthal had een broer, en die te Wijchen een zoon, die Engelbert heetten. De eerste dier twee, ‘Geldriensis’ genoemd, werd 27 Mei 1603 ingeschreven als student te Heidelberg en was van 1607-1614 predikant te Aken; de tweede, geb. in 1640 of 1641, werd 14 Sept. 1660 theologisch student te Leiden en stond achtereenvolgens te Hemmen (1666-1668), Geul (1668-1673, toen hij door den vijand verdreven werd) en te Maastricht
(1678 tot zijn dood in 1680). De Frankenthaler predikant - van wien ook nog vermeld wordt dat hij leeraar en inspector te Sobernheim is geweest, maar 't is moeilijk te zeggen wanneer - heeft uit zijn huwelijk met Catharina Becks of Bex, weduwe van Lambert Kip, drie kinderen gehad: 1o. Abraham (6 Juli 1606 gedoopt in de duitsche kerk te Frankenthal); 2o. Elizabeth (30 Apr. 1608 gedoopt in de hollandsche kerk daar ter stede, 12 Mei 1635 getrouwd met Guiliam van de Velde, en kort daarop kinderloos gestorven); 30. Isaäc (17 Febr. 1614 gedoopt in de hollandsche kerk).
Zie: E. Simons, Synodalbuch (Neuwied 1909); dez., Kölnische Konsistorialbeschlüsse (Bonn 1905) registers in voce; Kerkhistorisch Archief 1833, 126, 127; 1842, 249; 1844, 20; 1848, 190, 191; 1862, 298; Monatschrift des Frankenthaler Altertumsvereins XII (1904) no. 5, 19; XIV (1906) no. 12; XV (1907) nrs. 1, 2; J.H. Steubing, Kirchen- und Ref. Geschichte der Oranien- Nassauischen Lande