[Box, Anthonis Janssen]
BOX (Anthonis Janssen), een der bekende Meierijsche bekeerlingen uit de eerste helft der 17e eeuw, was in het katholicisme geboren, maar reeds vóór 1600 te Westmaes als lidmaat der gereformeerde Kerk aangenomen. In een schrijven van 23 April 1627 aan den bisschop van den Bosch, noemt hij dien overgang ‘een sware Apostasische cranckheijt.’ Uit ‘dese egiptische duijsternijsse’ is hij getrokken door Nicolaus Ossius, kanunnik regulier, uit het klooster Marienhage bij Eindhoven. Box woonde toen te Heeze, waar hij het beroep van landmeter uitoefende en een zeer gezien man was, vooral ook onder de protestanten, die hem als hun leider beschouwden. De bekeering van Box wordt door den pastoor van Heeze, Mr. Franciscus Donschot, in een in het Latijn geschreven brief, gedateerd uit Heeze 14 Mei 1627, uitvoerig aan bisschop Ophovius beschreven. Er wordt daarin eveneens melding gemaakt van zijn stichtelijk gedrag als katholiek en de pastoor verzocht voor hem aanbeveling bij het hof van Brussel, opdat hem de macht worde verleend zijn landmeetkunde in den omtrek uit te oefenen. 10 Aug. 1630 verscheen Box echter voor den kerkeraad van 's Hertogenbosch en beleed, dat hij ‘ut swackheijdt over de drie jaeren sijn geloove versaackt’ heeft, hij verzocht ‘tot troost van sijn siele, tot de H. Gemeenschap Jesi, op morgen toegelaate te worde. Naer dat hem sijn sonde ernstelijck voor ooge is gestelt, is geresolveert met een onbekenden naam sijn bekeeringe der Gemeente op morgen bekent te maeken, ende alsoo hem wederom tot de Christelijcke Gemeente, als Lidtmaet der selve, toe te laate.’ In Dec. 1633 en Mrt. 1635 verzocht hij den kerkeraad van den Bosch een predikant voor Heeze en Leende, waar een
‘merkelyc ghetal van toehoorders alreede haer hebben geopenbaert.’ Box is waarschijnlijk te Heeze overleden, waar hij na de invoering der reformatie in de Meierij jarenlang een schepenstoel bekleedde.
Nicolaus Ossius verblijft in 1634 ten huize van Ds. Pistorius te 's-Hertogenbosch en wordt er 9 April 1634 als lidmaat der gereformeerde religie aangenomen. Later keert hij weer naar zijn klooster terug en onderteekent hij in 1651 met de overige kanunniken een request aan de S.G. met het verzoek om hun klooster te mogen blijven bewonen en een ‘redelijcke alimentatie ad vitam’ te genieten (ingewilligd 6 Oct. 1653).
Zie: Schutjes, Gesch. Bisd. 's Hert. IV bijl, 2 en 3; H.J. Allard, Antonis Janssen Box in Alm. voor Ned. Kath. 1876; W. Meindersma, De Gereformeerde Gemeente te 's Hertogenbosch 38, 118 en 238; L. Houben, Gesch. v. Eindhoven II, 71.
H.N. Ouweling