[Boom, Adriaan]
BOOM (Adriaan), Arboreus, geb. te Hoorn 1554, gest. 3 Oct. 1615 te Kortrijk. In 1577 was hij te Trier lid geworden der Societeit van Jezus. Eenige jaren na zijn priesterwijding (1584) kwam hij naar Groningen, waar hij door zijn redenaarstalent, zijn deugd en zijn grondige wetenschap de bevolking tot verbetering van leven aanspoorde. De reductie der stad (1594) noopte hem tot vertrek. Van 1595-1601 was hij rector van het Jezuïetencollege te Maastricht, daarna werd hij benoemd tot opvolger van Bargius (kol. 64), als hoofd der missie, en richtte de eerste Jezuïetenstatie te Haarlem op. Herhaaldelijk reisde hij door Holland en andere gewesten, in 1603 stak hij zelfs naar Groningen over, zoodat vooral door B. de Societeit van Jezus in Noord-Nederland haar bekendheid heeft gekregen en sinds dien de katholieke bevolking dikwijls naar Jezuïeten verlangde.
Eenige oneenigheid met de saeculiere geestelijkheid werd in 1610 door een nieuwe overeenkomst bijgelegd. Fruin besluit uit de houding van Jan Jeroensz. van Hoorn in dezen twist: ‘Het getuigt zeker niet tegen de Jezuieten, dat zij zulk een man van overtuiging en karakter voor zich ingenomen hadden.’ B. zorgde nauwlettend voor de toepassing der ‘Monita’ door den provinciaal den zendelingen meegegeven. In 1611 trad hij als overste af, verbleef tot 1613 te Haarlem en was van 1613-1615 instructor van het derde proefjaar.
Zie: R. Fruin, De wederopluiking van het Catholicisme in Verspreide Geschriften III, 334; Annales Dusseldorpii ('s Gravenhage 1894) register; H. Spijker, De Jezuieten in Groningen en Ommelanden in Groningsche Volksalmanak 1908, 139; W.v.d. Heyden, Verhaal van de verrigtingen der Jezuiten in Friesland (Leeuwarden 1842) 27, 29, 241; Arch. Aartsbisd. Utr. I, 228; VI, 6, 47, 80, 81.
Derks