[Bok, Cornelis]
BOK (Cornelis), geb. te Enkhuizen, zoon van Erix B. en Elsje Schram, stierf te Schagen, waar hij veldwachter was, 27 Mei 1836, oud zijnde 60 jaren, als weduwnaar van Ida Kwantes. Van hem verschenen te Amsterdam de volgende romans: De hut aan de grenzen of de grijskop, eene belangrijke nederlandsche familiegeschiedenis (2 dln. 1827); De wachtmeester Aartus of liefde zoekt list (1828); De witte paal of Jenne, eene op waarheid gegronde noord-hollandsche geschiedenis (1828); Het heidensche bosch of het gestolen kind (1829); De roebel van Czaar Peter (1830); Twee vrienden of de gevolgen van partijzucht (1832); Frederik Linde, een tafereel van menschelijke lotgevallen (1836). Van Bok bestaan zeer goede aquarellen, dorpsgezichten in Noord-Holland. Voor zijn beste pennevrucht wordt gehouden Vooringenomenheid en vooroordeel.
Toen Schagen in 1813 feest vierde wegens de omwenteling, werd een gelegenheidsstuk van B. opgevoerd, getiteld Het vredefeest op 't land.
Zie: J. Denijs Jz., 1813-1863, Hoe Schagen feestvierde (Sch. 1864) 31, 108.
Bruinvis