[Bode, Matthias]
BODE M(atthias?), geb. te Amsterdam (c. 1675?) bekend als schrijver van: Orestes en Pylades of Iphigenia in Tauris, treurspel. Het fransche (van de Chancel de la Grange) nagevolgd (Amst. 1702, 1710, 1729, 1750, 1784); het exemplaar der leidsche Univ. Bibl. van de uitgave van 1702 bevat een bijgevoegd gewijzigd slot in hs. Polyxena, treurspel. Het fransche (van de la Fosse d'Aubigny) nagevolgd. (Amst. 1703, 1717, 1740). Beide stukken dragen op het titelblad alleen de letters M.B.; vander Marck, Naemrol, schrijft ze echter aan Bode toe. Een tweetal gedichten, Oorlogszang en poezy. (Amst. 1706 ondert. met de letters M.B.) komen ook voor met enkele andere (hier alle ondert.: ‘M. Bode’) op bl. 236-261 van de Nieuwe verzameling van Nederduitsche Mengeldichten. Amst. 1727.
Hoogstraten's Groot alg. Wdb. noemt een Matthias Bode, koopman te Amsterdam, die in 1696 een vertaling uit Horatius uitgaf ‘en naderhand velerhande mengel- en tooneeldichten gemaakt heeft’; waarschijnlijk dezelfde als de hier behandelde.
Ebbinge Wubben