[Bockelmann, Johannes Frederik]
BOCKELMANN (Johannes Frederik), rechtsgeleerde van naam, geb. te Steinfurt 18 Apr. 1632, overl. te Leiden 23 Oct. 1681. Zijn studies voltooide hij te Heidelberg, waar hij 5 Febr. 1656 werd ingeschreven. In 1659 werd hij professor in de rechten aan de hoogeschool aldaar, waar hij eerst Instituten en later Pandecten doceerde. Aan zijn onderwijs herinnert een verzameling van onder zijn leiding gehouden: Disputationes Juridicae inaugurales de navi et navigatione, de tempore legali et de differentiis theoriae et praxeos in genere et in specie ad Leges in Πϱωτοις contentas (Heidelb. 1663). Van Dec. 1660 tot Dec. 1661 was hij rector der hoogeschool. In 1670 werd hij hoogleeraar te Leiden, werd daar in 1675 tot rector gekozen en bekleedde zijn post tot zijn dood. Zijn onderwijs omvatte Romeinsch recht en staats- en volkenrecht. Het was vooral hierom van belang, dat hij de eerste was die als leidraad voor zijn colleges niet langer den tekst van Instituten en Pandecten zelf gebruikte, maar deze verving door beknopte leerboeken. Zijn Compendium bleef tot in de 19e eeuw bij het academisch onderwijs in gebruik. Bij testament liet hij een som gelds na in handen van den academischen senaat van Leiden ter ondersteuning van min gegoede studenten in de rechten. De renten hiervan worden nog steeds voor dit doel besteed.
Geschriften: Commentariorum in Digesta Justiniani Imp. (Lugd. Bat. 1678; herdr. 1694); Compendium Institutionum Caes. Justiniani, sive elementa Juris civilis in brevem ct facilem ordinem redacta (Lugd. Bat. 1685, Amst. 1727, Amst. 1763); Laudatio funebris .... Georgii Conradi Crusii (Lugd. Bat. 1676) (= Pamflet Knuttel no. 11423); Oratio in obitum .... Alberti Rusii (Lugd. Bat. 1679) (= Pamflet Knuttel no. 11689). Zijn leerling Cornelis van Eck gaf na zijn dood uit zijn verhandeling de Differentiis Juris Civilis, Canonici et Hodierni (Traj. ad Rh. 1694; herdr. 1721). Enkele adviezen van zijn hand in het Neder-lands Advys Boek van van den Berg (II no. 7, III no. 117).
Zie: Siegenbeek, Gesch. Leidsche Hoogeschool, I, 212, 234, 293, II, T. en B. 147-148; Boeles, Friesl. Hoogeschool, II, 220 en 323; G. Toepke, Matrikel der Univ. Heidelberg, II, 322 en 622; D. Nettelbladt, Initia hist. litt. Jurid. (Halle 1774) 278; zijn leerling Alex. Arn. Pagenstecher hield in 1694 een Memoria ter zijner eere.
van Kuyk