[Berkel, Bartholomeus van]
BERKEL (Bartholomeus van), geb. te Delft 21 Juli 1728 gest. aldaar 10 Sept. 1809. Zijn ouders waren Martinus van Berckel en Gijsberta van der Stoop. Zijn eerste opleiding ontving hij in het Jezuïetencollege te Antwerpen, daarna studeerde hij 1 jaar de rechten aan de universiteit van Utrecht en trad 21 April 1759 in de Societeit van Jezus. Priester gewijd 5 Juni 1762 bleef hij 4 jaren te Antwerpen als prediker en was van 1766-1773 in het Maastrichtsch Jezuïetencollege werkzaam. In 1771 sprak hij aldaar de lijkrede uit op den overleden prinsbisschop van Luik, graaf d'Oultremont. In 1773 deed hij in 't licht verschijnen: Geestelijke samenspraecke over de scrupulen, bewerkt naar Fraula. 24 Oct. 1773 werd, ingevolge de opheffing der Orde door Clemens XIV, het college gesloten en hield v.B. zijn laatste rede over den onbarmhartigen knecht, die zijn medeknecht in de gevangenis wierp. In 1774 vestigde zich v.B. bij zijn familie te Delft, waar hij onderricht gaf aan de kinderen zijner verwanten en in de stad een geëerde persoonlijkheid was. Hij maakte zelfs deel uit van een nagenoeg uitsluitend uit protestanten bestaande muziekvereeniging. In 1777 viel hem het beheer ten deel van de goederen der leidsche Jezuïetenstatie. Zijn portret in gekleurd krijt door Baur is in het bezit der familie van Berckel.
Zie: H. van Berckel, Levensbericht van pater Barth. van Berkel (niet in den handel); Maandrozen 1887, 469; Bijdr. Bisd. Haarlem II, 85; XXIII, 428-430; C. Sommervogel, Bibliothèque d.l. Comp. d. Jésus (Bruxelles 1890) I, 1337.
Derks