[Bassen, Bartholomeus van]
BASSEN (Bartholomeus van), schilder en bouwmeester te 's Gravenhage, overl. Nov. 1652, kwam van elders in
1613 in het gild te Delft en in 1622 in dat te 's Gravenhage, waarvan hij in 1627 deken en in 1636 hoofdman was. Hij ondertrouwde er 25 Jan. 1624 met Aeltje Pietersdr. van Gilst. Vermoedelijk heeft hij vóór zijn vestiging te Delft in het buitenland gereisd, want op verschillende van zijn schilderijen zijn motieven uit Venetië en Rome te vinden (bv. in de musea te Kopenhagen en Berlijn) en in het stedelijk museum te Frankfort a.M. is van zijn hand een gezicht in de St. Romboutskerk te Mechelen. Hij zond wel eens schilderijen naar Antwerpen, waar Fr. Francken er dan figuurtjes in schilderde; op een andere wijze is het niet te verklaren, dat een kerkgezicht in het museum te Berlijn van 1624 door beiden gesigneerd is; immers hij was in 1624 stellig te 's Gravenhage, en Francken te Antwerpen. In zijn vroege schilderijen - het vroegste dat wij kennen is een kerkgezicht van 1615, 1825 in de coll. Rincolini te Brünn - beeldt hij vrij nauwkeurig af wat hij zag, maar hij werd met de jaren fantastischer, en een kerkgezicht van 1645 in het museum te Glasgow is geheel en al fantasie, evenals trouwens de afbeeldingen van feestzalen, die men van hem nog al eens aantreft, en waarin Esaias van de Velde, Anthonie Palamedesz, e.a. soms figuurtjes geschilderd hebben. Behalve als schilder heeft hij zich doen kennen als een verdienstelijk bouwmeester. Als zoodanig werd hij in 1634 naar Arnhem ontboden voor de restauratie van het stadhuis. In 1638 kreeg hij het toezicht over wat te 's Gravenhage van stadswege gebouwd werd en in 1639 werd hij benoemd tot stadsbouwmeester. Hij heeft in 1647 den stadhuistoren gebouwd en ontwierp
in 1648 een eerepoort ter herdenking van Frederik Hendrik. In 1649 ontwierp hij een plan voor de Nieuwe Kerk te 's Gravenhage, dat evenwel niet gevolgd werd. 13 April 1652 werd zijn vrouw, 28 Nov. van hetzelfde jaar hij zelf in de Groote Kerk te 's Gravenhage begraven. Zijn zoon Aernout, advocaat voor het Hof van Holland, was gehuwd met Adriana van Poelenburg, een dochter van den schilder Cornelis. Tot zijn leerlingen behoorde vermoedelijk Gerrit Houckgeest, die een kerkgezicht naar hem geëtst heeft. Op het regentenstuk van 1647 van Cornelis Janssens van Ceulen in het Gemeentemuseum te 's Gravenhage staat zijn portret
Zie: Haagsch Jaarboekje 1894; verder Oud-Holland III, 63; Obreen's Archief I, 12; III, 258; V, 73, 74; Catalogus van het Stedelijk Museum te 's Gravenhage (1900) 5, 6; Ned. Kunstbode III, 308; Thieme u. Becker, Allg. Lexikon bild. Künstler, in voce; H.E. van Gelder in Bull. Oudheidk. Bond 1911, 234.
Moes