[Bake, Jan Willem]
BAKE (Jan Willem), geb. te Maastricht 17 Juni 1817, overl. te Amsterdam 4 Jan. 1893, zoon van den volg. Hij werd met ingang van 1 Jan. 1839 opzichter bij den algemeenen dienst van den Waterstaat en deed dienst bij de vervaardiging der rivierkaart. Met 1 Sept. 1842 werd hij opzichter bij den aanleg van den Rijnspoorweg, en werd hij belast met het vak Utrecht - Driebergen. Hij klom spoedig op tot hoofdopzichter en adjunct-ingenieur, en kwam in 1845 als ingenieur in dienst bij de Overijselsche Spoorwegmaatschappij, voor welke hij tot 1848, toen deze maatschappij in moeilijkheden geraakte, opnemingen verrichtte. Op 1 Jan. 1851 trad hij op als ingenieur van de Drentsche Kanaalmaatschappij te Hoogeveen, en 1 Juni 1852 werd hij door de Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij tot ingenieur aangesteld en belast met den aanleg der lijn Rotterdam-Utrecht. Op 1 Dec. 1855 werd hij administrateur bij de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij, in wier dienst hij tot zijn overlijden bleef. Tijdens zijn beheer werd deze maatschappij van eene van weinig belang eene van de twee, die bijna het geheele nederlandsche spoorwegnet in handen hebben.
In 1868 nam hij zitting in eene commissie, ingesteld om na te gaan of de Exploitatiemaatschappij, die toen in desolaten toestand verkeerde, te redden was. Men handelde volgens de voorstellen, die deze commissie deed, en zij hadden het gewenschte gevolg.
Op 1 Aug. 1881 legde hij de betrekking van administrateur neder, om lid van den uit 5 leden bestaanden raad van administratie der Hollandsche IJz. Sp.maatschappij te worden.
Bake huwde te Amsterdam 28 Mei 1852 Gijsbertina Engbertha Adriana van Goor, bij wie hij twee kinderen had.
Zie: Ingenieur 1893, 47.
Ramaer