[Baecx, Joachim]
BAECX (Joachim), geb. te Utrecht 10 Aug. 1562, overl. aldaar 24 Sept. 1619. Eerst was hij werkzaam op het platte land van Utrecht, daarna werd hij pastoor van de St. Geertruida-kerk te Utrecht. Ook was hij secretaris van het Provinciale Hof. Hij was een eenvoudig, geleerd en ijverig priester en gevierd predikant. Tot lijfspreuk had hij zich gekozen: ‘Hic amo excubias.’ Hij schreef: De Tolk of de Advocaet van alle opregte catholijken (Bruss. 1590); De waarom der quade Catholyken (Bosch 1614); De ban van alle ketters, staatkundige en verkeerde Catholyken (Antw. 1616); Le Balai de la conscience (Bruss. 1610).
Zie: Val. Andr., Bibl. Belg. 443; Burman, Traj. Erud. 13; v. Heussen en v. Rhijn, Hist. Utr. Bisd. I, 330, 566; Dietsche War. N.R. IX, 112; de Feller, Geschiedk. woordb. (Bosch 1829) III, 134.
van der Heijden