[Assenburgh, Louis van]
ASSENBURGH (Louis van) werd door bewindhebbers van de Oostindische Compagnie benoemd tot gouverneur van de Kaap, als opvolger van den teruggeroepen Wilhem Adriaan van der Stel. Daarvóór was hij in dienst des Keizers aan den Donau geweest. Met het schip ‘De Generale Vrede’ van kamer Amsterdam kwam hij aan de Kaap na een bijzonder langdurige reis, waarop men Brazilië had moeten aandoen, van 19 Mei 1707-25 Jan. 1708, en aanvaardde zijn ambt op 1 Febr. 1708.
Volgens de brieven van Joan van Hoorn en zijn vrouw was hij een man met een ‘vroolijcke sin’, ‘een man die dagelijcks hout van uyt plesire te gaan’, waarbij het schoone geslacht vooral niet mocht ontbreken. Als vermaak richtte hij gevechten tusschen stieren en honden in en volgens van Hoorn's journaal ‘een caapse marrionette spell op zolder’ (van het Kasteel). Na een ziekte van 8 maanden stierf hij aan de Kaap, 27 December 1711, 51 jaar oud zijnde. Zijn erfgenamen waren onder benefice van inventaris zijn broeders te Amsterdam Pieter en Adriaan en zijn zuster Josina v.A. Op zijn nalatenschap verhaalde de Compagnie een bedrag van ƒ 9960, dat de verpachting van den wijnverkoop te weinig had opgebracht.
Zie: Valentijn, V: 2, 15, 49, 136-146; G. Mc. Call Theal, History of South-Africa (1897) I, 405, 425; E.C. Godée Molsbergen, De Stichter van Hollands Zuid-Afrika (Amst. 1912).
Godée Molsbergen