[Amerongen, Sybilla Taets van]
AMERONGEN (Sybilla Taets van), overl. als abdis der cistercienser-abdij St. Servaas te Utrecht 24 Mrt. 1602. Haar vader Ernst, zoon van Willem, in 1518 en 24 schepen en burgemeester van Utrecht, in 1526 maarschalk des overstichts en daarna stedehouder van den bisschop Hendrik van Beieren overleed 1565. Hare moeder Mabilia de Ridder van Lunenburg overl. 31 Mei 1540, waarna haar vader 1546 of 1547 hertrouwde.
Zij was de zuster van Willem Taets van Amerongen, deken van Oudmunster en vicaris van den utrechtschen bisschop Schenk van Tautenburg en van Wilhelmina, priorin van Mariendaal O. Cist. Wanneer zij den sluier aannam in St. Servaas, waar hare moeder en vele leden harer familie begraven waren, is niet bekend. Zij verkreeg van koning Philips II de brieven van benoeming tot abdis harer abdij 17 April 1564. Toen in 1570 de abt van Morimond in de kloosters zijner orde in de Nederlanden een onderzoek instelde, bezocht hij 23 April de abdij Sint Servaas, waar hij bevond, dat alle nonnen de latijnsche taal machtig waren. De abdis van Amerongen beloofde de verbeteringen en nieuwe voorschriften van den visitator ten uitvoer te brengen. Zij teekende echter in naam van alle nonnen protest aan tegen de strenge clausuur met traliën, welke de abt voorschreef. Sint Servaas moet dus ook onder de cistercienser-kloosters der Nederlanden gerekend worden, welke zich tegen de invoering van het strenge slot hardnekkig eeuwen verzetten. 1574 verkreeg de abdis Sybilla het noodige consent van haren vaderabt van Oudekamp, Johan Langerad, om gelden op te nemen ter voldoening der zware lasten en bijdragen voor het land. Dit consent werd in 1580 vernieuwd. Hetzelfde jaar 1580 moest zij de plundering, beeldenstorm en de opheffing harer abdij beleven. De abdijgoederen kwamen in het bezit der ridderschap, die aan de nonnen, hunne bloedverwanten, toestond in het klooster te blijven wonen en haar een karig jaargeld toezegde. Febr. 1602 ontvingen de paters Jesuieten te Emmerik van de abdis Sybilla Taets de Amerongen door tusschenkomst van haren kapelaan Victor Schorell reliquieën der gezellinnen der H. Ursula. Haar overlijden werd geboekt in het necroloog van Mariendaal.
Hierom zeker stelt de Historie ofte beschr. van 't Utrechtsche bisdom I, 644 haar in de rij der abdissen van die abdij met het sterfjaar 1612. Toch komt zij aldaar ook voor op de lijst der abdissen van Sint Servaas, I, 359, met het sterfjaar 1611. De lijst der abdissen in