W.
[Waalkes, Godschaik Horatius van Borssum]
WAALKES (Godschaik Horatius van Borssum), geb. te Ysbrechtum 8 April 1829, overl. te Utrecht 1 Febr. 1907, zoon van Pieter van Borssum Waalkes en Adriana Bernhardina Trip, wed. mr. G.H. van Knijff, genoot zijn eerste opleiding van zijn vader en aan de latijnsche school te Sneek en werd in 1848 als student in de theologie te Leiden ingeschreven. Aug. 1853 deed hij proponents-examen voor het prov. kerkbestuur van Noord-Brabant en werd Dec. d.a.v. beroepen tot predikant te Herwijnen. In 1857 werd hij predikant te Zevenhuizen, in 1861 te Joure, in 1869 te Huizum bij Leeuwarden; 15 Sept. 1894 werd hem eervol emeritaat verleend. Hij was in 1854 gehuwd met Arikevan Kerkwijk, die Maart 1901 te Utrecht stierf. De wetenschappelijke arbeid van van Borssum Waalkes bepaalde zich tot de friesche kerkgeschiedenis, waarvan hij zeer veel studie had gemaakt; de resultaten werden geplaatst in De Vrije Fries (1882-1903) en in den Friesche Volksalmanak (1884-1898). Maar vooral had hij naam als campanoloog; in De Vrije Fries (1885, 1891, 1895) publiceerde hij Friesche klokkeopschrijten, met andere van elders vergeleken en met aanteekeningen, vertaling, registers en platen voorzien. Hij bezorgde de uitgave van T.A. Romein, Naamlijst van Friesche Predikanten sedert de Hervorming tot nu toe in de Hervormde gemeenten van Friesland (Leeuw. 1886, 1888, 2 dln.), welk werk hij op tallooze plaatsen aanvulde en verbeterde.
Zie: G.M. Slothouwer in Levensb. Lett. 1907, 115 vlg.
Brugmans