[Verschuer, Philips Willem baron van]
VERSCHUER (Philips Willem baron van), geb. 15 Oct. 1678 in het kamp te Mechelen, overl. 20 April 1735, zoon van den voorg., bij wiens compagnie hij op jeugdigen leeftijd in dienst trad. Op 24 Dec. 1692 werd hij tot onderluitenant, op 17 Juni 1694 tot buitengewoon vuurwerker, op 2 Sept. 1697 tot kapitein benoemd. Na op 3 Nov. 1703 tot majoor te zijn bevorderd, vertrok hij naar Portugal en ontving daar op 11 Mei 1704 van koning Pedro zijn benoeming tot luitenant-generaal. Bij de belegering van Barcelona verrichtte hij goede diensten en keerde op 17 April 1705 in het vaderland terug. Op 12 Nov. d.a.v. bevorderd tot luitenant-kolonel, werd hij op 21 April 1721 tot bevelhebber van het kasteel van Namen, op 11 Maart 1727 tot brigadier en op 24 Maart 1733 tot gouverneur en commandant van de stad en het kasteel benoemd. Daar hij den roep had van een zeer bekwaam artillerie-officier te zijn, werd hij door het Zwitsersche Bondgenootschap aangezocht de artillerie der kantons te organisceren; hij nam deze opdracht aan en ontving o.a. als belooning een bronzen veldstukje met zijn wapen versierd. v.V. werd tweemaal gekwetst: eens bij het beleg van Doornik (24 Juli 1709) en eens bij het beleg van Douay (14/15 Juni) 1710. Hij was hofmaarschalk van Willem III.
Hij was gehuwd met Justina Christina Levina von Merettig.
Zijn geschilderd portret berust bij zijn nakomelingen te Arnhem.
Zie: Kuypers, Gesch. der Nederl. artillerie III, 72 vlg.; Bosscha, Heldendaden te Land. II. 253, 270, 338, 349; Dagverhalen van de veldtochten in 1708, '9 en '10. (Alg. Rijksarchief).
Eysten