sis’, waarin hij Ludolphus de Venna wordt genoemd. Deze is uitgegeven bij G. Dumbar, Analecta I (Davent. 1719) 347-440.
Hij had een zuster Christina, gehuwd met Hendrik van Wterwijk en moeder van den kanunnik ten Dom Johan van Wterwijk. Uit hetzelfde geslacht stammen ongetwijfeld Joannes de Veno, consul Campensis, domkanunnik en overl. 24 Juli 1553, en Gerardus de Veno Campensis, die in 1586 in armoede overleed. Dodt, Archief V (1846) 310 vermeldt in het jaar 1539 een Ludolphus de Veno als gardiaan van het klooster der minderbroeders te Kampen.
Men zie verder: A.M.C. van Asch van Wijck, Archief I (1850) passim; Hoynck van Papendrecht, Analecta Belgica III A, 175-177, waar talrijke plaatsen uit verschillende werken van Matthaeus worden genoemd en waarmede te vergelijken Drakenborch, Aanhangsel op de kerkel. oudh v. Ned., 66; Archief Aartsb. Utrecht VII, 6 en 8; XII, 180 (waar hij ook als kanunnik van het kapittel van St. Salvator te Utrecht wordt genoemd); XXVI, 133, 229, 249 en 305; Register Charters en Bescheiden O. Archief Kampen no. 791, 795, 979 en 1101; Versl. en Med. Vereen. Overijss. Regt en Gesch. XVIII (1891) 12; Codex Dipl. Neerl. Hist. Gen. II: 5 (1860) 886; Denifle et Chatelain, Auct. Chart. Univ. Parisiensis II, register in voce; S. Muller Fz., De Dom van Utrecht (Utrecht 1906) 6, 7, 10, 21; G. Brom, Archivalia in Italië I no. 1405.
van Kuyk