1423 door een schikking. Dit proces was de aanleiding, dat een aantal hoogst belangrijke stukken over de administratie der proosdijgoederen werden opgesteld, die bewaard gebleven zijn en door Mr. S. Muller Fz. zijn uitgegeven. Sinds fungeerde hij als thesaurier en vice-decanus van het domkapittel, volgens Wouter Brock's aanteekeningen sedert 28 Aug. 1422. Wij bezitten van hem meerdere scheidsrechterlijke uitspraken, zoo van 1403 te zamen met den deken van Oudmunster Evert Foeck en van 1410 in een geschil tusschen het kapittel van St. Pieter en den heer van Buren over de tienden van Malsen en Tricht. Het necrologium van het kartuizerklooster Nieuwlicht of Bloemendaal buiten Utrecht noemt hem ‘magnus benefactor hujus domus’.
Men verwarre hem niet met een gelijknamigen Arnold van Tricht, die sinds 1417 te Parijs studeerde, daar den magistersgraad verwierf, in 1419 te Heidelberg was en 7 Oct. 1422 te Rostock werd ingeschreven, waar hij dr. en prof. medicinae was en 1429 rector der universiteit.
Zie: Bullarium Trajectense no. 1955, 2252; Denifle et Chatelain, Auctarium Chartul. Univ. Parisiensis I, register; G. Brom, Archivalia in Italië I, no. 1458; Bijdr. en Med. Hist. Gen. IX (1886) 239; S. Muller Fz., Middeleeuwsche Rbr. Utrecht (O. Vad. Rbr. I: 3) I, 238; II, 84; Versl. en Med. O. Vad. Rbr. II, 645; IV, 250 v.v.; S. Muller Fz., Catal. v.h. archief v. St. Pieter 46, 48; dez., Regesten v.h. kap. v. St. Pieter no. 404, 760, 762, 763; Hoynck v. Papendrecht, Analecta, III A, 252; Archief Aartsb. Utrecht XXIV, 208; XXVI, 127; W. Brock (Hs. Rijksarchief Utrecht D. 1355).
van Kuyk