stelling van een groot aantal soldaten en van de hoofden
der burgerij. Een gedeelte van de burgers werd na de afkondiging van een genade-plakkaat van 21 Aug. nog geprest om deel te nemen aan de belegering van Alkmaar, dat 21 Aug. werd ingesloten. Eene muiterij, die na de inneming van Haarlem was uitgebroken, en die 16 Aug. eerst was onderdrukt, had don Frederik belet, Enkhuizen te belegeren. Alkmaar werd dapper verdedigd door de burgerij en door het garnizoen onder Cabeliau en Ruichaver, dat door den Prins naar de stad was gezonden. Toen de Watergeuzen onder Diederik Sonoy de dijken dreigden door te steken, beval Alva zijn zoon de belegering op te heffen (8 Oct.). Eenige dagen nadat Frederik zich te Amsterdam bij zijn vader had gevoegd, verkreeg deze ontslag uit zijne landvoogdij (19 Oct.). Kort na elkander (18 en 24 Dec.) verlieten vader en zoon Brussel, om naar Spanje terug te keeren. Op zijn tocht naar het Noorden had Frederik veel aan jicht en koorts geleden. Philips II gaf bij de terugkomst van Alva en zijn zoon duidelijk blijk, dat zij zijne gunst hadden verloren. De laatste werd zelfs niet door den Koning ontvangen. Later geraakte Frederik geheel bij dezen in ongenade, doordat Philips' voornemen om hem te doen huwen met dezelfde Magdalena de Guzman, die in 1566 door zijn toedoen in een klooster was geplaatst, door Alva en Frederik werd verijdeld. Buiten medeweten van den koning werd Frederik in den echt verbonden met zijne nicht Maria de Toledo, dochter van Garcia de Toledo. Toen dit feit ruchtbaar was geworden, werd Alva naar Uzeda verbannen en Frederik op het kasteel Tordesillas gevangen gezet (1579). Spoedig daarna (Oct.) kreeg hij toestemming om zich in de stad Medina del Campo vrij te bewegen en om zijn vader te bezoeken. Twee jaar bleef don Frederik in bewaking; hij overleefde zijne vrijlating niet lang.
Hij was groot-commandeur der orde van Calatrava en edelman van 's konings kamer. Zijn portret is gegraveerd
Hij was 1543 geh. met Johanna van Aragon, dochter van den hertog van Segorbe, enlater met Maria Pimentel, dochter van Alfonso Pimentel, hertog van Benavente. Zijne derde vrouw was Maria de Toledo. Bij zijne eerste vrouw had hij een zoon Ferdinand, hertog van Huesca, die jong stierf en bij zijn derde vrouw eveneens een zoon, die slechts kort leefde. Het geslacht Alvarez-Hoemaker beweerde af te stammen uit een onwettige verbintenis van don Frederik, hetzij met de genoemde Magdalena de Guzman, hetzij met eene brusselsche. Voor brieven van don Frederik zie Colleccion de document. inédit. para la hist. de Espan̅a LXXV (zie ook IV, VII, VIII, XIII, XXVIII, L) en Bussemaker, Verslag van een onderzoek naar Archivalia (Haag 1905). Andere bronnen zijn Bor VI; v. Meteren IV; Strada, de Bello Belgico I; Petit, Grande Chronique II, 237; Histoire de F. Alvarez de Tolède, duc d' Albe (Paris 1698); Hoynck van Papendrecht, Analecta (Hagae 1743); G. Boomkamp, Alkmaar en deszelfs geschiedenissen (Rott. 1743); L. Hortensius, Opkomst en ondergang van Naarden (Utrecht 1836); C. Ekama, Beleg van Haarlem (Haarl. 1872); Loumier, Commentaires de Mendoça (Brux. 1860-63); Gachard Corresp. de Philippe II, II, III, Groen van Prinsterer, Archives de la maison d'Orange-Nassau III, IV; van Schevichaven, Penschetsen uit Nijmegen's verleden I, 272 vlg.;
Piot, Corresp. de Granvelle VI, 46; Fornéron,