[Teylingen, Mr. Theodorus of Dirk van]
TEYLINGEN (Mr. Theodorus of Dirk van), ged. te Rotterdam 29 Dec. 1689 als zoon van Dirk van Teylingen, den broeder van Gregorius (kol. 1426), en van Anna Bosch, overleden aldaar 16 Juni 1768, werd 3 Sept. 1708 student te Leiden en promoveerde aldaar in de rechten 23 Mrt. 1711. Hij begon zijn loopbaan in 1717 als commissaris van het waterrecht, nadat hij in 1714 schepen van Cool was geweest. In 1721 werd hij schepen van Rotterdam, in 1730 vroedschapslid, wat hij tot 23 Oct. 1748 bleef, toen hij om zijn politieke gevoelens door den Prins uit al zijn stedelijke ambten werd ontzet. Van 1733-1736, in 1741 en 1745 was hij gecommitteerde raad, in 1742, 1743 en 1746 burgemeester. Hij huwde 1 Aug. 1719 met Angenita van Meel. Naar aanleiding van den koop van een gedeelte bolwerk achter zijn huis aan het Haringvliet werd hij beschuldigd dit terrein op slinksche wijze verkregen te hebben; hij verdedigde zich tegen deze beschuldiging in een publieke advertentie, waarin hij ƒ 6000 uitloofde voor het bewijs dezer aanklacht.
Zie: Bronnen Gesch. Rott. I; Levensbijzonderheden van Mr. Is. van Teylingen, bewindhebbeder O.- I.C. in N. Ned. Jaarb. XXII, 1787, 6: 5454, 7: 5901; Cat. Mus. v. Oudheden te Rotterdam no. 106 en 685; Rott. Jaarb. X, 97 vlg. en het artikel over het rotterdamsche geslacht van T. (kol. 1421).
Moquette