Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2
(1912)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1427]
| |
Florisz. v.T. en Eva Dirksd. Toorenburgh. Hij werd 9 Sept. 1589 te Heidelberg ingeschreven als student in de rechten en promoveerde aldaar in het voorjaar van 1592 op theses over verhuring en verpachting. Lid der vroedschap van Alkmaar geworden 26 Nov. 1616, deelde hij in het algemeen ontslag 11 Oct. 1618. Hij bekleedde het burgemeesterschap in 1615, 16, 28, 35, 39 en in loco 1642. Hij beoefende de latijnsche poëzie, bracht de Psalmen in het latijn over en beschreef de belegering van Alkmaar in latijnsche verzen. Velius roemt zijn gelukkige dichtader. Hij huwde 1o. Augustus 1601 met Josina Mostaert, overl. 7 Oct. 1602, 2o. te Amsterdam 3 Jan. 1606 met Lijsbeth Frederiks, overl. Sept. 1606, 3o. te Egmond a.d.H., waar de bruigom toen woonde, met Jannetgen Michielsd. Ruytenburgh, van Amsterdam, April 1613, begraven 20 Febr. 1614, een kind 8 Mrt. d.a.v., 4o. Als zijne weduwe bleef na Maritgen Cornelis, begraven 10 Maart 1653. 16 April 1636 is een kind, zeker uit dit huwelijk - 't welk vergeefs gezocht is - begraven; misschien was Jacob v.T., begraven 5 Maart 1639, een tweede. Zijne dochter Josina trouwde in 1621 met Abraham de Vos, te Haarlem, en werd alzoo de stammoeder der familie de Vos van Teylingen. Zie: Diarium Everardi Bronchorstii ('s Grav. 1898) 19, 24, 35; Th. Velius, Westfrisia (Hoorn 1740) 21. Bruinvis |
|