[Teylingen, Dirk van]
TEYLINGEN (Dirk van), te Alkmaar geb. 28 Aug. 1512, overl. 25 Febr. 1578, broeder van Bartholomeus, volgde zijn vader Augustijn (1) op als rentmeester der abdij en grafelijkheid van Egmond, als rentmeester particulier van Westfriesland en als rentmeester van de erfgenamen van Claes Corff, in welke kwaliteit hij het Hoogehuis bij de Groote kerk bewoonde. In 1548 wordt hij genoemd als substituut van den ontvangergeneraal der beden in Holland. Met zijn broeder Frans deed hij de Nieuwe Grebbe onder Warmenhuizen bedijken. Hij was thesaurier der stad in 1534, 36-38, 40, 41, 43, 44, kerkmeester in 1538-48 en is ook lid der vroedschap geweest en als zoodanig in 1557 met Claes Heyndricx naar Brussel afgevaardigd om eene vergrooting der waag te verkrijgen; maar 5 Sept. 1566 werd gesproken over zijne vervanging en in de lijst der vroedschappen staat achter zijn naam ‘verlaten om 't proces met de gr. van Egmond’. Na den dood van Lamoraal bleef hij, op verlangen van diens weduwe, als rentmeester van Egmond fungeeren. Ten gevolge der hooge geldelijke eischen, door Haarlems eersten bisschop aan de abdijgoederen gesteld, was v.T., met verpanding van eigen goederen, ƒ 11434 in voorschot en vervolgens in twist geraakt met den prelaat, die hem in Febr. 1568 het rentmeesterschap daarvan ontnam [20 Juli 1580 en 25 Jan. 1581 vergunden de Staten aan de weduwe en kinderen van v.T. abdijlanden aan te tasten ter vereffening hunner vorderingen]. In 1572 met Mostert naar Enkhuizen ontboden, liet Sonoy hem aldaar 2 Juli gevangen nemen. Op zijn verzoek van den 27sten, om hem tegen borgstelling te ontslaan, werd geantwoord, dat hij geduld moest hebben, tot de Prins, aan wien Sonoy ter zake had geschreven, zijne meening zou doen kennen, en desgelijks in
Augustus op een dergelijk verzoek van jhr. Frederik v.d. Zevender en Jan Steenhuys, oud-burgemeester van Alkmaar. Deze arrestatie kan wel in verband gestaan hebben met zijn rentmeesterschap der reeds vernietigde abdij, waarvan het administratief archief, krachtens bevel van den Prins van Oranje van 11 Nov. 1573, 12 Dec. d.a.v. (ten huize van G. Mostert) geïnventariseerd en in Januari '74 in 2 kisten naar Delft verzonden werd. v.T. schijnt, misschien wel door des bisschops bedrijf, in zijne geldelijke verplichtingen tekort geschoten te zijn; 19 Nov. 1588 werd bij den Hove van Holland uitgesproken sententie van preferentie tusschen de gemeene crediteuren van D.v.T., geëxecuteerde. Zijne vrouw, die hem 5 kinderen schonk en hem overleefde, was Machteld Suys.
Zie: Boomkamp, Alkmaer, 115, 130, 145, 171, 186; v. Wijn, Huisz.
Leven, I 384, 385; Römer, Kloosters en Abdijen I, 275.
Bruinvis