[Tendeloo, Henricus Johannes Emile]
TENDELOO (Henricus Johannes Emile), zoon van Henricus Johannes T. en J.S. Riedel, geb. 31 Dec. 1859 te Amoerang (Minahasa), gest. 22 Mei 1903 te Tandjoeng Poera. Hij studeerde aan de Indische Instelling te Delft en vertrok in 1880 naar Ned. Indië, waar hij achtereenvolgens waarn. asp.-contr. (1881), asp.-contr. (1882) en controleur 1e kl. (1890) werd. In 1891 moest hij wegens ziekte naar Nederland terugkeeren. In de 5 jaren, die hij daar bleef, studeerde hij te Leiden in de Taal- en Letterkunde van den Oost-Indischen Archipel, in welk vak hij 11 Juli 1895 promoveerde na verdediging van een proefschrift: Maleische verba en nomina verbalia. Den zelfden dag promoveerde hij ook tot doctor in de rechtswetenschap met het proefschrift: Over de wenschelijkheid der invoering van het Torrensstelsel in Ned.-Indië. In 1896 keerde hij naar Indië terug en was eerst contr. 1e kl. te Tebing Tinggi (1897), daarna ass. resident van Beneden-Langkat (1902) en van Langkat (1903). Ook in Indië zette hij zijne taalkundige studiën voort, zooals blijkt uit zijne verhandeling: Feiten en cijfers uit de Sadjarah Melayu in verband met enkele betwiste hoofdpunten der Maleische Grammatica in Tijdschr. Bat. Gen. XL en uit zijne Maleische grammatica (Leiden 1901, 2 dln.). Verder schreef hij verscheidene artikelen over de opleiding der indische ambtenaren en artikelen over juridische onderwerpen.
Zie: Enc. v. Ned.- Indië, IV, 292.
Juynboll