[Teets, Johannes]
TEETS (Johannes), ook Tetz, te Keulen overl. in 1499 of 1500. Het eerst ontmoeten wij hem 30 Oct. 1460, wanneer hij als Johannes Teets de Bommel te Keulen wordt ingeschreven. Hier bleef hij tal van jaren aan de universiteit verbonden en verwierf hij waarschijnlijk de graden, welke hij achtereenvolgens bezat: in 1473 baccalaureus, in 1475 licenciatus en in 1477 doctor decretorum. Als hoogleeraar aangesteld, was hij van 28 Juni tot 20 Dec. 1480 en nogmaals van 28 Juni tot 20 Dec. 1497 rector der universiteit, waarvan hij ook vice-kanselier was. Later was hij deken van het St. Stephenskapittel te Nijmegen, als hoedanig hij in oorkonden het eerst in 1489 en het laatst in 1497 voorkomt.
In de keulsche matrikel is een bijvoeging met latere hand geplaatst: ‘al. de Witsellenberch. Nota pauperibus. Iste Joh. art. et decr. dr. gratia magistrorum factus, anno 1480 fuit eiusdem universitatis vicecancellarius et rector, quod scribo pauperibus studentibus solacio’. Inderdaad komt hij in oorkonden voor als Johannes de Witzelenborch, welke geteekend zijn als Joh. Teets. Een ander bericht noemt hem ook deken van Bonn en pastoor te Alkmaar.
Zie: H. Keussen, Matrikel der Univ. Köln I (Bonn 1892) 498; H.D.J. van Schevichaven, De St. Stephenskerk te Nijmegen (Nijm. 1900) 230-32, 279-80; Bijdr. Bisdom Haarlem XXIV, 431.
van Kuyk