[Sterckenburch, Balduinus of Boudewijn, Boutatus, Baltherus van]
STERCKENBURCH (Balduinus of Boudewijn, Boutatus, Baltherus van), geb. op het einde der 13e of begin der 14e eeuw, overl. te Utrecht 23 Maart 1366, behoorde waarschijnlijk tot de adellijke familie Sterckenburch (Starkenborgh), waarvan men nog afstammelingen in ons land aantreft. Monnik der cistercienserabdij Klaarkamp in Friesland, ontmoet men hem voor het eerst als student aan het college der cist. orde te Parijs, die in 1337 den gezant van den franschen koning als gids en tolk vergezelde naar Friesland. Als pauselijk kapelaan komt hij voor 24 Nov. 1342, wanneer hem eenige voorrechten verleend werden. Andermaal 1 Juli 1344 werd aan ‘Balduino alias dicto Boutato de Sterckenburch’ eene geestelijke gunst des Pausen toegestaan en 3 Juli 1345 werd hij door paus Clemens VI tot bisschop benoemd, met den titel van Tripoli, om als wijbisschop van Utrecht op te treden, 8 Sept. 1365 was bij de eedsaflegging van bisschop Jan van Virneburg tegenwoordig ‘Batherus Dei gratia Tripolensis episcopus’. Dit is zeker één en dezelfde persoon met Balduinus, omdat het niet aan te nemen is dat twee wijbisschoppen met denzelfden titel tegelijkertijd in hetzelfde bisdom zouden werkzaam zijn, te meer daar Balduinus eerst het volgend jaar 1366 overleed, hetgeen blijkt uit de overeenstemming der jaartallen van zijn dood, vermeld op zijn eerste grafschrift Hist. ep. Ultraj 17, en in het necroloog der Cistercienserabdij St. Servaas te Utrecht, waar hij begraven werd. Later werd voor hem als weldoener en voor Willebrand, bisschop van Utrecht (overl. 1233), als stichter der abdij een gemeenschappelijk grafmonument met opschrift opgericht. De onnauwkeurige van Heussen, door dit opschrift misleid, doet in zijn Batav.
Sac. en Hist. ep. Ultraj. enz. Balduinus optreden als wijbisschop van Willebrand, hierin nagevolgd door meerdere schrijvers o.a. Coppens, Eubel, wellicht steunend op de werken van v. Heussen, en de Bibliotheca Carmelitana (Aurelianis 1752) II, 896 laat ten onrechte in zijne lijst derutrechtsche wijbisschoppen Balduinus voorafgaan door Batherus of Boutatus O. Carm. Tripol. 1345, die niet voorkomt in de rij der bisschoppen van Tripoli en natuurlijk dezelfde is als Balduinus of Boutatus, Batherus of Baltherus Sterckenburch. Nog maken de werken van v. Heussen en na hem meer andere schrijvers gewag van een kruisprediker Balduinus, die als vicaris generaal of als wijbisschop naar Friesland zou gezonden zijn (I kol. 441). De Vitae et Res gestae abbatum in Sidlum door Sibrandus Leo, de bron van v. Heussen, maken hiervan melding onder abt Wibrandus 1369-1384. Zijn de jaartallen van het bestuur van dezen abt juist, dan kan deze verdere onbekende Balduinus onmogelijk dezelfde persoon zijn als Balduinus Sterckenborch overl. 1366. Neemt men echter in aanmerking, welk een onnauwkeurig, weinig betrouwbaar schrijver Sibrandus Leo is, en daarbij het gebrekkige der uitgave, dan is het niet onmogelijk, dat deze zending eenige jaren vroeger moet gesteld worden en de gezondene dezelfde persoon is als Balduinus van Sterckenburch.
Een graftombe met zijn beeltenis is in de kerk te Westbroek (Kron. Hist. Gen. 1851, 111; Ned. Kunstbode II, 379).
Zie: Mith. des Inst. f. Oesterreichische Geschichtsforschung XXXI (1910) 84-87; G. Brom, Bullarium Trajectense I 427, 453; C. Eubel, Hierarchia Catholica I, 526; II, 310; Hist. episc. Ultraj. 17, 23; Bat. Sacra (Brux. 1714) 14, 158; Matthaeus, Vet. aev. analecta (1738) III, 561, V. 378; Archief aartsbisd. Utrecht