[Schlimmer, Johannes George]
SCHLIMMER (Johannes George), rector van het gymnasium te Tiel, 23 Oct. 1833 te Rotterdam geb. en 23 Juli 1901 te Tiel overl. Hij was een zoon van Jacobus Wilhelm S. en Catharina Susanna Philippina Berger, studeerde van 1853 tot 1860 te Utrecht in de letteren en promoveerde in laatstgenoemd jaar op een dissertatie: Historiae rerum gestarum quas in deperditis historiarum libris explicuit Sallustius pars prior. In 1862 werd Schlimmer tot conrector aan de latijnsche school te Doesburg benoemd, waar toen Dr. J.B. Kan rector was, en 16 Mei 1868 tot rector der lat. school te Tiel, als opvolger van Dr. P.H. Tydeman. Onder zijn rectoraat werd laatstgenoemde inrichting in 1879 in een progymnasium veranderd en in 1888 tot een gymnasium uitgebreid.
Als geschriften van Schlimmer kunnen worden vermeld: opstellen in het door hem en P.G. Bijstra geredigeerde tijdschrift Onze dagen (1860), dat slechts een kort bestaan heeft gehad; verder zijn Handboek der Romeinsche antiquiteiten, met gelith. pl. (1870); Onze nationaliteit. Een woord tot het Nederlandsche volk (1871); Luciani Samosatensis Selecta in usum scholarum (1872-3); Rom. antiquiteiten, (5de dr. 1886); Oude aardrijkskunde (1879); Leerboek der Oude Aardrijkskunde (1880); Het jus promovendi der gymnasia (1874); Kinderen van den winter. Schetsen en novellen (1879); Over het gebruik van den conjunctivus in 't Latijn (1884) en Vier redevoeringen van Cicero, met inleid. en aanteek. (1886). In vereeniging met Z.C. de Boer schreef hij het Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid (1890; 2de dr. 1910).
Zuidema