[Santvoort, Melchior van]
SANTVOORT (Melchior van), was schieman op het schip ‘de Liefde’ van de vloot van Jacob Mahu, dat 19 April 1600 op de kust van Bungo (Japan) aankwam. Met Quaeckernaeck (kol. 1143), kapitein van zijn schip, vertrok hij met een jonk in 1605 naar de factorij der O.-I.C. te Patani (N.O.-kust van Malakka) en keerde later als tolk met de eerste schepen, die den handel op Japan in 1609 bevestigden, weder derwaarts. In de functie van tolk bleef hij daar voortdurend in dienst; hij moet volgens de mededeelingen van Arn. Montanus in 1634 in Firando (Hirado) nog gewoond hebben. Over de martelingen, die kort daarna zijne weduwe en zijn zoon, om der geloofswille, van de Japanners te verduren hadden, leze men: Beschrijvinghe van het machtigh coninckrijke Japan enz. door Françoys Caron (Tiele, Mémoire, 154; id., Bibl., 57).
Zie: Begin ende Voortgangh (1646): Journ. van Matelieff, en van Verhoeff; Arn. Montanus, Gedenkwaardige Gesantschappen der Oost- Indische Compagnie in 't Vereenigde Nederland aan de Kaisaren van Japan (Amst. 1669) 21; zie ook art. ‘Adams’ I kol. 21; de Jonge, De opkomst van het Ned. gezag in O.-I. II, 220; Nachod, die Beziehungen der Nied. I.K. zu Japan (Leipzig, 1897).
Mulert