hoogen ouderdom behield. In 1802 was hij overgegaan tot het kerkgenootschap der doopsgezinden en huwde hij met Jeanne Madelaine Huygens. Deze stierf in 1827 en in 1839 hertrouwde S. met Angelique Heykoop. In 1804 werd hij stadsvroedmeester en lector, belast met het onderwijs der vroedvrouwen, in welke betrekking, die hij tot 1863 waarnam, door hem veel goeds verricht werd. Omstreeks het jaar 1817 gaf hij eene eenigszins gewijzigde verloskundige tang aan, die veel in gebruik kwam en ook een pelvimeter. Door koning Willem I werd hij in 1827 tot Nederlander verklaard, zonder dat hij daartoe het verzoek gedaan had en zijne stukken ter naturalisatie had ingezonden. In 1825 heeft men er over gedacht hem te benoemen tot hoogleeraar in de verloskunde als opvolger van du Pui, terwijl dan een ander zou worden belast met het onderwijs in de heelkunde, maar dit is toen niet doorgegaan. In 1845 legde hij zijne praktijk neer en in Aug. 1847 kreeg hij bij gelegenheid van zijn 50-jarig doctoraat een vernieuwd diploma als medicinae et chirurgiae doctor met eene epistola gratulatoria van de geneeskundige faculteit te Koningsbergen en later bij zijn 50-jarig lidmaatschap van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem een zilveren medaille.
Zijn geschriften zijn: Das Mechanische der Geburt van A.v. Solingen. Uit het hollandsche vert. (Hanover 1801); met S.J.L. Döring te Herborn: Journal für die neuestc Holländische Medic. und Natur-hist. Litteratur (4 st., 1802); Waarneming aangaande eene zeer aanmerkelijke uitzakking der baarmoeder bij eene zwangere vrouw en derzelver verlossing in Genoots. t.b.d. Heelk. te Amst. I, 173; Bericht aangaande eene sectio caesarea met doodelijken afloop in Alg. Konst. en Letterb. 1801, I, 20; Waarneming nopens eene zwangerheid, welke 12 maanden geduurd heeft in Geneesk. Magazijn V: 2, 1; (in het duitsch vert. ook in Hufeland, Bibliothek der Heilkunde XXXI (1814) 261); Verhandeling over de nuttigheid der schaambeensnede met bepaling der gevallen in welke aan dezelve de voorkeur behoort te worden gegeven boven de Keizerlijke Snede; met pl. (Amst. 1813); hetzelfde als de prijsverhandeling in het Genoots. t.b.d. heelk. te Amst., over de symphiostomie); Handleiding tot de Verloskunde (Amst. 1817, 2 dln. in pl.; 2de vermeerd. en verb. uitgave in 1826). Met C. Pruys van der Hoeven, J. Logger en C.G.C. Reinwart redigeerde hij de Geneeskundige Bijdragen (1825-27, 3 dln.) en gaf daarin verschillende bijdragen: Over het, door de kunst vervroegen der verlossing in naauwe bekkens; benevens twee waarnemingen betreffende deze kunstbewerking, I, 1; Opmerkingen over het beveiligend vermogen der Koepokken, ontleend uit de epidemie der Kinderziekte, welke in het jaar 1825 te
Leiden geheerscht heeft, I, 214; Waarnemingen betreffende de kunstige vroeggeboorte (in het duitsch vert. door Verzin in v. Siebold's Journ. IX (1829) 154) II, 91; Waarneming eener ziekte in het kraambed, veroorzaakt voor het terug blijven der nageboorte, en derzelver genezing door de natuurkrachten, door middel van de absorptie der placenta (Absorptio placentae door Sebastien in 't duitsch vert. in Heidelberger Klinische Annalen) II, 223; Omkeering der baarmoeder, III, 65; dan Waarneming eener zwangerheid in de buis van Fallopius in Verhand. v.d. 1ste kl. v.h. Kon. Instituut VII, 201; met C. Pruys van der Hoeven en C.W.H. van Kaathoven, Geschiedenis der choleraepidemie te Leyden in 1832 (Leiden 1832); Gedachten