theek is zijne gedachtenis vereeuwigd. Zoo dikwijls hij van Mechelen of Brussel thuis kwam was zijne koets zoo vol boeken geladen, dat hij zelf bijna geen plaats vond. Hij zorgde ook voor het samenstellen van een catalogus, 4 deelen in fol., thans nog bewaard in de abdij St. Bernard. De gouvernante Maria Elisabeth stelde hem aan om de keuze van een abt te Orval te leiden en tevens een onderzoek in te stellen nopens de vlucht van eenige Orvallisten naar Rijnwijk in Utrecht, 1726. Hij slaagde er in het Jansenisme voor goed uit de abdij te bannen en den vrede te herstellen. Zijn geschilderd portret wordt nog bewaard in de abdij te Bornhem evenals eenige zijner hss. waaronder: Summarium chronologicum continens cxordium et progressum abbatiae B.M.V. Loci Sti. Bernardi.
Zie: G. Bouvart, Verschyden gedichten (H.S.) II, 320-361; IV, 307-311; Mart. van Dyck, Oratio funebris in exequiis Rev. Ampl. D.D. Gerardi Rubens O. Cist. abbatis dignissimi dicta (Antv. 1736); Gallia Christ. V, 147; Krüger, Kerk. Gesch. bisdom Breda III, 389; van Doninck, Obituarium monasterii Loci Sti. Bernardi (Lérins 1901) xxviii, xxix, xxxviii, xliv, xlvi-lii, 14, 22, 43, 66; Goffinet, Le Jansénisme dans l'abbaye d'Orval in Ann. de l'inst. arch. du Luxembourg XIX (1887) 33-42; Tillière, Histoire de l'abbaye d'Orval (Namur 1897) 488-490; Cisterc. Chronik XIX (1907) 150, 151; Archief abdij Bornhem.
Fruytier