Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2

[Raedt, Dirck de]

RAEDT (Dirck de), 17 Dec. 1642 ged. te 's Gravenhage, overl. 18 Jan. 1706 te Rotterdam. Hij wordt steeds ‘Mr.’ genoemd, doch het is niet bekend, waar hij gestudeerd heeft. In 1680 werd

[p. 1158]

hij tot schepen gekozen te Rotterdam, van 1685-1705 was hij daar lid der vroedschap; in 1688 en 1689 burgemeester. Verder was hij bewindhebber der O.-I. Compagnie van 1689-1706, lid van het college der admiraliteit in Zeeland in 1690, 1691, 1705 en 1706 en lid van de hollandsche rekenkamer van 1691-1694. In 1693 verscheen in druk: Remonstrantie van N.N. aen sijn Conincklijcke Majesteijt van Groot Brittanniën als Erfstadthouder van Hollandt, nopende hetgene in de Regeeringe der stadt Rotterdam gepasseert is omtrent en na de beroerte in October van den jare XVI^c en 't negentigh aldaar voorgevallen. Hoewel zijn naam niet genoemd wordt, is er alle reden om aan te nemen, dat dit stuk uit de pen van Mr. de Raedt is gevloeid. In deze memorie wordt de baljuw van Rotterdam Mr. van Zuylen van Nyevelt niet gespaard. Hij was heer van Kijfhoek en 2 Aug. 1682 te 's Gravenhage gehuwd met Françoise Fagel, dochter van den griffier.

Zie: Bronnen Gesch. Rott. I en Rott. Historiebl. II, 11.

Wiersum