[Radermacher, Johan (2)]
RADERMACHER (Johan) (2), of Radermaker, kleinzoon van den voorg., geb. te Amsterdam omstr. 1633, overl. te Middelburg 24 Mei 1704. Hij was een zoon van Daniël R., (zie hïerboven), is ingeschreven als stud. iur. te Utrecht in 1651, als licentiaat in de rechten poorter geworden te Middelburg 28 Aug. 1658, aldaar 1661-1663 commissaris van kleine zaken en na het overlijden van zijn vrouw Maria van der Stringe, dochter van den ontvanger-generaal van Zeeland Johan en Anna van Citters, in 1669 hertrouwd met Johanna de Haze, dochter van den burgemeester Hubrecht de H., Vermogend koopman, werd hij in 1674 bewindhebber der pasopgerichte West-Indische Compagnie, waterbaljuw van Zeeland en daarna, van 1679 tot zijn overlijden op 24 Mei 1704, baljuw van Middelburg. Uit zijn eerste huwelijk sproot 17 Sept. 1664 Daniel R., gehuwd 1o. 2 Febr. 1689 met Johanna van den Brande en 2o. 7 Juni 1692 met Maria Beeckman, dochter van Samuel, die den dood van haar man op 5 Nov. 1708 overleefde tot 21 Juli 1719.
Zie: Ferwerda, Wapenboek III (Leeuw. 1781); Narorscher VIII (1858) 332.
de Waard