Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2
(1912)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1126]
| |
Hij werd 14 Mei 1563 als student te Heidelberg ingeschreven, werd doctor in de rechten en was in Alkmaar reeds in 1578 conrector, toen hij aldaar Pomponius Ellema, die tegen het klimaat niet bestand was en daarom ontslag had verzocht, als rector opvolgde. 26 Oct. van dat jaar diende hij zijne attestatie bij de gereformeerde Gemeente in. (M. Winsemius noemt hem in het leven van A. Metius roomsch). Zijn gage bedroeg ƒ 300, maar werd 12 Oct. 1587 op zijn verzoek met ƒ 100 verhoogd, waarvoor hij zich eenige jaren moest verbinden, en 8 Jan. 1597 werd hij ook ontlast van het betalen van huishuur. Onder zijne leerlingen worden genoemd Corn. Drebbel, Adriaan Metius, Jacob Coren en de latijnsche dichters Jan van Foreest en Jacob van Teylingen. Aan Drebbel moet hij voorspeld hebben, dat deze een geleerd man zou worden, maar zijn onderwijs heeft Drebbel niet sterk in het latijn gemaakt. P. vereerde Petrus Forestus met een grieksch gedicht, geplaatst achter diens Observationum et curationum medicinalium libri duo (Lugd. Bat. 1593). Hij bezorgde in 1605 bij Jacob Meester te Alkmaar eene uitgaaf van Kiliaens Etymologicum Teutonicae Linguae, en voegde daar nog bij een Auctuarium propriorum nominum, bl. 765-772, alsmede eene beschrijving der dieren, vogelen en visschen. In 1610 deed hij wegens zijn ouderdom, met goedvinden der overheid, afstand van zijn rectoraat. Zijne vrouw, die wij slechts als Geese Potters genoemd vinden, overleed in het laatst van Jan. 1582. Kinderen zijn overleden in 1582, 90 en 91. Als vader en voogd leende hij in 1584 ƒ 200 aan de stad, tegen 12% rente. 16 Mei 1593 ondertrouwde hij met eene weduwe van Amersfoort, Aeltgen van Cats, die in April 1599 stierf. Voor zijne zonen zijn te houden Jacobus, ondertr. Dec. 1607, overl. Oct. 1613; Paulus, waardijn, overl. Mei 1621, gehuwd geweest en vader, en Ludolf, die 29 Mei 1630 als ‘praeceptor der latijnsche school’ bij de geref. Gemeente kwam, maar aan wien in de thesauriers-rekeningen geenerlei betaling is geboekt. Bruinvis |
|