[Potgieter, Nicolaas]
POTGIETER (Nicolaas), boekverkooper te Amsterdam op de Beurssluis, werd in het boekverkoopersgilde aldaar ingeschreven 22 Apr. 1720 en was daar als zoodanig werkzaam tot 1728 (Ledeboer, De boekdrukkers 73); als uitgever bezorgde hij meest hernhuttersche werken (Ledeboer, Alfab. lijst 136). In de internationale literatuur is hij bekend door de uitgave van Les hexaples ou les six colonnes de la constitution Unigenitus (1721; de druk werd aangevangen 11 Apr. 1714), van de Nécrologe de l' Abbaie de Nôtre-Dame de Port-Roial des Champs, ordre de Citeaux, institut du Saint Sacrement, in 1723 saamgesteld door de moeder-overste Angélique de Saint-Jean Arnauld, en uitgegeven door den benedictijn Dom Ant. Rivet, een geschrift van waarde voor de geschiedenis van het jansenisme (Vgl. Hoefer, Nouv. biographie universelle XLII, 343) en Hamon's Traitez de piété, composez pour l'instruction et la consolation des religieuses de P(ort) R(oyal) (1727). Zijn vader (?) Jan Potgieter, eveneens boekverkooper te Amsterdam op de Beurssluis, in het gilde ingeschreven 30 Oct. 1679, was niet meer dan gewoon debitant, die in handelsrelatie stond met Isaak Enschedé te Haarlem (advert. in Opr. Haarl. Crt. 23 Maart 1715) en met Pieter van der Aa te Leiden (advert. t.a.p. 8 Aug. 1716). In 1716 debiteerde hij de Haarlemsche Courant blijkens een advertentie in de Opr. Haarl. Crt. van dat jaar (21 Apr.), waarin hij zijn adres opgeeft als ‘tot Amsterdam op de Beurs-Sluys ten Huyse van Jan Potgieter, daer de Haerlemse Courant
wert uytgegeven’. Ook na de aanstelling van Isaak en Johannes Enschedé te Haarlem tot ordinaris stadsdrukkers en courantiers (2 Juli 1737) is er relatie gebleven tusschen de nieuwe eigenaars en een Potgieter te Amsterdam voor correspondentie (Joh. Enschedé, Losse aanteekeningen betr. de geschied. der Opr. Haarl. Cour. (1906) 7, 10). Vermelding verdient het pamflet van G. v.d. Marck, Verloren kost en arbeyt der Jansenisten. Of een brief aen Carel de Bont Jansenist tot Vlaerdinge, in 1690 ‘sonder permissy der jansenisten’ verschenen te Vlaardingen (?), dat als approbatie heeft: H. en J.