[Populiere, Joost van den]
POPULIERE (Joost van den), overl. 1611, kwam 24 Mei 1591 uit Emden, waar hij voor de armen van het gasthuis was aangesteld, naar de luth. Gemeente te Amsterdam, beroepen als tweede ziekentrooster. Hij had niet gestudeerd, maar was ‘door God tot het predikambt beroepen en als bij de hairen alsoo te zeggen daartoe getrokken, als Amos van de koeien’; door zijn leer over de erfzonde, waarin hij zag het wezen van den mensch, bracht hij hevigen strijd in de amsterd. Gemeente. Hij was zoo overtuigd van de juistheid zijner opvattingen, dat hij de Hamburgers, die een dogmatische weerlegging er van gaven, voor valsche leeraars verklaarde. Toen hij zijn meening niet veranderde, werd hij afgezet, eerst met behoud van traktement, omdat hij een oud man was, maar toen hij voortging buiten de Gemeente te preeken, werd het traktement hem ontnomen. Van nu aan was de amsterd. gemeente in twee deelen gescheurd; ook de andere gemeenten werden door dezen strijd verzwakt; v.d. Populiere trok immers zelf er op uit of liet door zijn geestverwanten zijn leer der erfzonde verkondigen. Jaren lang leed de luthersche Kerk door dezen strijd, die alleen verzwakte, toen Populiere zelf al zwakker werd. 4 Nov. 1611 was hij ernstig ziek; de voorstanders der Amsterd. gemeente wilden den ouden man bezoeken, maar hij wilde ‘in leven of sterven’ niemand ontvangen. Na zijn dood keerden zijn aanhangers weer in den schoot der kerk terug.
Zijn Confessio von der Erbsünde, en twee Apologies zijn afgedrukt in de Bijlagen van Domela Nieuwenhuis, Gesch. der Amsterd. Luth. Gemeente (1856) 3 vlg. Zie voorts: Pont, Gesch. v.h. Lutheranisme in de Nederlanden tot 1618 (1911) 448 vlg., 481 vlg., 506, 541.
Pont