[Pesselius, Joannes]
PESSELIUS (Joannes), ook genaamd Tilanus, dominicaan, geb. te Tiel in 't begin der 16de eeuw. Te Keulen studeerde hij de humaniora en trad aldaar in het dominicanenklooster. 26 Jan. 1532 werd hij in de matrikel der universiteit ingeschreven. Van 1542 tot 1545 was hij er deken der theologische faculteit. Met dr. Johann Gropper en den carmeliet Everhard Billich vormde hij het driemanschap, dat te Keulen het roomsche geloof tegen de hervormde predikanten en vooral tegen den lutherschgezinden aartsbisschop Hermann van Wied verdedigde. Als afgevaardigde der stad Keulen diende hij in 1545 op den rijksdag te Worms een aanklacht tegen den aartsbisschop in. In 1545 werd hij provinciaal zijner Orde in Duitschland, en overleed in 1558. Als schrijver bezorgde hij een verbeterde uitgaaf van: Sermones de tempore, inscripti Thesaurus novus (Colon. 1526 en 1543); Commentaria Nicolai Gorrani in quantuor Evangelia (Colon. 1537); Omnium Operum divi Augustini Epitome (Colon. 1539, 1542 en 1549).
Zie: G.A. Meijer, Joannes Pesselius in Archief v.d. Gesch. Aartsb. Utrecht XXXIII, 248; ook E.D. Rink, Beschr. d. stad Tiel (1836) 310. Hurter, Nomenclator II (1906) 1430 noemt hem ‘Joannes Stempel’.
G.A. Meijer