[Meusens, Dominicus]
MEUSENS (Dominicus); dominicaan, te Maastricht geb., en aldaar overl. 29 Oct. 1761; zijne ouders waren Johannes Lambertus Meusens en Maria Catharina Simonis. In zijn geboortestad omhelsde hij het kloosterleven, en legde 17 Juni 1727 zijne religieuse geloften af. Hij voltooide zijne studiën aan de universiteit van Leuven, en gaf vervolgens gedurende zeven jaren onderricht in de wijsbegeerte en de godgeleerdheid in 't klooster der reguliere kanunniken van Groenendael. In 1751 verwierf hij te Leuven het licentiaat, terwijl de Orde hem in 1755 den graad van magister toekende. Te Antwerpen bestuurde hij als regent de studiën, was daar tweemaal prior en werd 5 Mei 1759 tot provinciaal der nederlandsche provincie gekozen. Deze waardigheid bekleedde hij slechts twee jaren. Zijne theologische voorlezingen, in drie folianten vervat, werden in de kloosterbibliotheek te Maastricht bewaard.
Zie: V. Huntjens, Chronicon Conv. Mosaetraject. bew. d. G.A. Meijer in Publ. Limbourg XLVI (1910) 89.
G.A. Meijer