[Metsch, jonker Bernard]
METSCH (jonker Bernard), Metz, Mets, Metzsch, Metsk, werd met de ridders W. von Schaumburg en W. von Harrys en met jonker Neithard Fox (I kol. 891) in 1498 door Albrecht van Saksen, in gezelschap van de afgevaardigden voor Westergoo, naar Friesland gezonden om het land voor hem in bezit te nemen en genoemd kwartier te beschermen tegen de vreemde knechten. Aan de daarop volgende gevechten heeft ook jonker Bernard deelgenomen, vooral aan die, welke geleverd zijn tegen de bewoners der Zevenwouden om dezen tot onderwerping te brengen. Zoo maakte hij den tocht daarheen mede, die reeds te Akkrum gestaakt werd (1 Juni 1498), daar de woudlieden den toevoer van geschut en levensmiddelen wisten te onderscheppen en verder het land bij Aelsum onder water zetten.
Ongeveer met Pinksteren had een nieuwe tocht plaats, waaraan ook Metsch deelnam. Deze tocht, van Stavoren uit ondernomen, leidde tot meer succes, daar eene groote overwinning behaald werd op de ongeoefende woudlieden die, vertrouwende op hunne overmacht, zelfs de komst hunner leeuwarder bondgenooten niet hadden afgewacht. Gaasterland werd daarop gebrandschat.
Voor jonker Metsch duurde de rust niet lang. 29 Juli reeds ging hij met jonker Slens (Slenitz) en jonker Hans Grumbach (I kol. 983) en hun krijgsvolk uit Sneek naar Aelsum om vandaar de wouden in te trekken. Doch wederom werden de sluizen opengezet en moesten zij onverrichter zake naar Sneek terugkeeren. Daarna vernemen we langen tijd niets meer van Metsch. Doch zeker is het, dat hij ook den zoons van hertog Albrecht diensten bewezen heeft. Zoo was hij de vertegenwoordiger van hunne partij op de dagvaart, die