[Löwendal, Ulric Frederic Woldemar graaf van]
LÖWENDAL (Ulric Frederic Woldemar graaf van), of Löwenthal, maarschalk van Frankrijk, geb. 1 April 1700 te Hamburg, overl. 27 Mei 1755 te Parijs in het Luxembourg, waar de Koning hem appartementen had afgestaan. Op 13-jarigen leeftijd trad hij in poolschen dienst, een jaar later was hij reeds opgeklommen tot den rang van kapitein in het regiment Starrenberg. Na den vrede van Rastadt ging hij in dienst over van den koning van Denemarken, om in 1715 weder over te gaan in hongaarschen dienst, waarin hij onder de orders van prins Eugenius van Savoye diende.
Op Sicilië streed hij tegen de Spanjaarden; na het sluiten van den vrede van Madrid (1721) keerde hij naar Polen terug, waar koning August II hem aanstelde tot kolonel der infanterie, waarop in 1728 zijne benoeming tot veldmaarschalk volgde. In 1730 trad hij in pruisischen dienst, waarin hem de opleiding van de jonge officieren werd toevertrouwd. In 1734 nam hij onder prins Eugenius deel aan den veldtocht aan den Rijn; het volgende jaar commandeerde hij de saksische infanterie in het oostenrijksche leger. In 1736 trad hij in russischen dienst en streed van 1741-1743 tegen de Zweden; ook maakte hij verschillende krijgstochten tegen de Turken mede. Daar de russische dienst hem tegenstond ging hij, op aanraden van zijnen vriend, den maarschalk van Saksen, in franschen dienst over; 1 Sept. 1743 werd hij luitenant-generaal en nam als zoodanig deel aan den oostenrijkschen successieoorlog; hij onderscheidde zich in 1745 bij Fontenoy en later in den veldtocht in Vlaanderen. In 1747 onderscheidde hij zich bij Lafeld; vervolgens nam hij Bergen-op-Zoom na een beleg van twee maanden in (15 Sept. 1747). 23 Sept. 1747 werd hij wegens zijne groote verdiensten benoemd tot maarschalk van Frankrijk. In 1748 nam hij onder den maarschalk van Saksen deel aan het