Aanspraak van Keizer Karel V aan zijn zoon Philips II (Feith behaalde den gouden penning). Voorts leverde zij drie oorspronkelijke treurspelen, namelijk: Leo de Groote (Amst. 1767); Het Beleg van Haarlem (Amst. 1770) en Cleopatra, Koningin van Syriën (Amst. 1776).
In 1780 gaf zij hare Dichtkundige Werken te Leiden uit (met portret); in 1783 verschenen aldaar hare Nagelaten Dichtwerken, door Bilderdijk bezorgd. Volgens dezen had zij nog eene niet groote, doch keurige verzameling fransche gedichten nagelaten, die zoo spoedig mogelijk uitgegeven zou worden; doch hiervan is, evenals van den mede beloofden herdruk harer treurspelen, niets gekomen.
Bij haar leven werd de Lannoy in de letterkundige wereld hoog vereerd, waartoe haar beminnelijke persoonlijkheid zeker veel bijgedragen heeft. Bilderdijk, met wien zij zeer goed bevriend was, beweerde, dat hare werken hem tot dichter hadden gemaakt, en nog op lateren leeftijd prees hij haar uitbundig. Ook met Feith en de meeste andere letterkundigen van dien tijd stond zij in briefwisseling. Hare bekroonde prijsverzen zijn te vinden in de Tael- en Dichtl. Oef. van het Genootsch.: ‘Kunst wordt door arb. verkr.’ I, 71 en II, 89; en in de Proeven v. Poët. Mengelstoffen van het Genootsch.: ‘Kunstl. spaart geen vlijt’ II, 288 en VII, 283; de eerste 2 ook in hare Dichtk. Werken.
Haar door N. Rode in 1778 geschilderde portret (J. Houbraken sc. 1780) is op het Noordbrabantsch Genootschap te 's Hertogenbosch.
Margadant