[Lambertus]
LAMBERTUS, gest. omstreeks 705. Te Maastricht uit aanzienlijke ouders geboren werd deze Heilige, misschien te Wintershoven door den H. Landoaldus, misschien te Metz, opgevoed, kwam daarna te Maastricht aan het hof van Childerik II en stond er onder de hoede van den H. Theodardus. Na diens dood werd hij bisschop zijner vaderstad. Toen in 673 Childerik vermoord was, en Ebroin, hofmeijer van koning Theodorik, alle macht in handen kreeg, werd L. van zijn zetel verdreven; zeven jaren bracht hij nu in de abdij van Stablo door. Na den dood van Ebroin, kwam L. onder den hofmeier Pepijn van Herstal in zijn bisdom terug; ook in Taxandrië heeft hij gepredikt en er vele tempels en afgodsbeelden verwoest. Op hoogen ouderdom is hij in de villa Leodium vermoord door Dodo, een domesticus van Pepijn, volgens eenigen uit weerwraak, omdat L.'s neven, Petrus en Autlecus, eenige bloedverwanten van Dodo ter dood hadden gebracht, volgens anderen, omdat L. Pepijn openlijk berispt had wegens zijn misdadige betrekking met Alpais, eene zuster van Dodo. Zijn lijk, voorloopig begraven te Sint Pieter bij Maastricht, is later door den H. Hubertus naar Luik overgevoerd en rust thans in de St. Pauluskerk aldaar; een gedeelte van den schedel wordt bewaard in de St. Pieter te Rome, een ander in de domkerk van Freiburg. L. is in Nederland patroon van 52 parochiekerken.
Over zijne levensbeschrijvingen zie: Potthast, Bibl. Hist. Medii Aevi2 (Berlijn 1896) II, 1416; Bibl. Hagiogr. Latina (Brussel 1898/99) in voce; Kronenburg, Neerlands Heiligen in vroeger eeuwen I (Amst. 1900) 133; Verder: Mulleners, Vie de St. Lambert in Publ. Limbourg XLV (1909) 439.
Kronenburg