[Kramers, Jacob Janszoon]
KRAMERS (Jacob Janszoon), bekend lexicograaf, 28 Sept. 1802 te Dordrecht geb. en 26 Apr. 1869 te Gouda overl. Hij was eerst onderwijzer te Vreeswijk, later instituteur te Schoonhoven, doch vestigde zich in 1847 met der woon te Gouda, waar hij een 20tal jaren uitsluitend voor de firma G.B. van Goor Zonen werkte. Behalve eenige schoolboeken e.d. schreef hij: Algem. Kunstwoordentolk (1847; 4de dr. 1875; 5de dr., herz. en vermeerd. door H. Zondervan 1912); Verkorte woordentolk (1848; 9de dr. 1874); Geogr. Woordenboek der geheele Aarde (1852-55; 2de dr. herzien door J. Jurrius en E. Zuidema 1876-83); Geogr.-Statist.-Hist. Handboek (1849; 2 dln., 2de dr. herzien en bijgewerkt door E. Zuidema 1884-89); Nouveau dict. franç.-holl. et holl.-franç. (1858-62; 2de dr. bezorgd door H.F.W. Bonte 1878-83) en Technolog. Woordenb. in vier talen (1866-74).
Zijn portret is door Maria Chenay in hout gesneden.
Zuidema